360 Magazine
| Amsterdam | 11 juli 2017Als op een warme zomernacht een twinkellichtje zich hoog in de lucht geluidloos voortbeweegt, kilometers verwijderd van de aardbodem, dringt het beeld van die slapende, lezende, etende en rusteloze reizigers aan boord van een zilveren vogel zich vanzelf op.
Je ziet de stewardessen met hun kar vol koffiekannen in het gangpad staan en het gemanoeuvreer van een dame die er per se langs wil. Lastiger voor te stellen is dat in die ver verwijderde eenzaamheid er nog altijd levendige communicatie wordt uitgewisseld tussen dat twinkellichtje en de planeet aarde. Niet dat er iets van te verstaan valt. Neem nou: ITAWT ITAWA PUDYE TTATT. Het schijnt op het Engels te berusten, (Read that back, Pilot) in de verte, maar het wemelt van de afkortingen en verbasteringen, in diverse tongvallen en accenten – en toch begrijpen zij die het spreken elkaar feilloos. Want in het Aeronees, de taal van de luchtvaart, kunnen geen onduidelijkheden bestaan. Stel je dat maar niet voor.