Clarín
| Buenos Aires | Daniel Vittar | 18 mei 2017Boodschappen doen is een dagelijks gevecht in het noodlijdende Venezuela. Een gezin heeft negentien minimuminkomens nodig om in de eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. En zelfs dan is het nog maar de vraag of er iets te krijgen is.
De vrouw kijkt met gefronste wenkbrauwen naar de display van de kassa in de supermarkt, terwijl de caissière de boodschappen langs de scanner schuift. Als ze ziet dat het totaalbedrag de 32.000 bolivar (ongeveer 8 dollar) overschrijdt, zegt ze gelaten: ‘Haal de avocado’s er maar af.’ Dat is 6000 bolivar minder, maar dan is ze er nog niet. ‘De appels ook maar.’ Nog eens 5000 eraf. ‘Ja, wat dacht je dan man, dat is peperduur! Leg die olijven ook maar terug,’ zegt een andere klant achter in de rij. Het totaal zakt uiteindelijk naar 17.000 bolivar, ofwel 4 dollar. Boodschappen doen voor het huishouden is een dagelijks gevecht van vergelijken en bezuinigen.