The New Yorker
| New York | Simon Parkin | 18 mei 2017Videogames die in de jaren negentig werden uitgebracht voor de Japanse spelcomputer Neo Geo, brengen tegenwoordig tienduizenden euro’s op. Wereldwijd zijn er maar vijf verzamelaars die hun collectie compleet hebben.
Zeven jaar geleden sloot Shawn McCleskey uit Memphis een van de grootste deals in zijn carrière. McCleskey is een handelaar in zeldzame videogames, verzamelkaarten en antieke machinegeweren, en de manier waarop deze transactie plaatsvond zou regelrecht uit een roman van Ludlum kunnen komen. Een man met de schuilnaam Wolf maakte 55.000 dollar naar McCleskey over en verscheen enkele dagen later op Memphis International Airport met een metalen koffertje. De mannen troffen elkaar in de drukke aankomsthal en begaven zich, na een korte stop in een Chinees restaurant, naar het huis van McCleskey. Daar inspecteerde Wolf zijn aankoop: twee videogames die in 1996 waren uitgebracht voor de Neo Geo, een Japanse spelcomputer. Toen hij zich van de authenticiteit en de goede staat van de games had vergewist, opende Wolf zijn koffertje, speciaal ontworpen voor het vervoer van de 30 centimeter lange cassettes, en borg ze daarin op. ‘Alsof het om een zakje diamanten ging,’ vertelde McCleskey me onlangs. Een van de voorwaarden voor de verkoop was dat Wolfs identiteit geheim zou blijven.