The New York Review of Books
| New York | David Cole | 05 oktober 2016Als winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede kreeg Obama veel kritiek op zijn inzet van drones voor het uitschakelen van terroristen. Maar zijn staat van dienst op dit gebied is genuanceerder dan je misschien zou verwachten.
Op 5 maart van dit jaar voerden de VS met onbemande drones en bemande vliegtuigen een bombardement uit op wat de regering omschreef als een kamp van Al-Shabaab, bijna 200 kilometer ten noorden van Mogadishu. Daarbij zouden zo’n honderdvijftig leden van de terreurbeweging zijn gedood. Volgens de regering vormden deze strijders een directe bedreiging voor de troepen van de Afrikaanse Unie waar Amerikaanse adviseurs mee samenwerken, al werd daarvoor geen bewijs aangevoerd. Het nieuws dat Amerika aan de andere kant van de wereld, in een land waarmee het niet in oorlog is, honderdvijftig niet nader genoemde mensen had gedood, kreeg in eigen land nauwelijks aandacht, laat staan dat het enige ophef veroorzaakte. Het op afstand en buiten oorlogsgebied doden van mensen lijkt de gewoonste zaak van de wereld te worden.