Sealand, een voormalig Brits luchtmachtplatform in de Noordzee, beschouwt zichzelf als het kleinste vorstendom ter wereld. De geschiedenis van het staatje mag gerust episch genoemd worden.
Midden in de Noordzee – op geen wereldkaart en in geen aardrijkskundeboek aangegeven – ligt de kleinste zelfbenoemde staat ter wereld: een kunstmatig, stalen eiland op twee betonnen poten. Eromheen alleen water en wind. In het oosten de wijde horizon, in het westen op ongeveer 13 kilometer afstand het Britse vasteland. Bij goed weer ligt het platform twintig meter boven de golven van de Noordzee, en het is kleiner dan een voetbalveld. Het vorstendom Sealand, zoals zijn bewoners het noemen, bezit eigen paspoorten, een eigen munt en zelfs een eigen grondwet. Met het paspoort kunnen de Sealanders officieel niet reizen, met de munten buiten dit smalle platform nog geen peer of appel kopen, en hun grondwet is door geen enkele staat diplomatiek erkend.