The New York Review of Books
| New York | Christopher Benfey | 26 juni 2016Ludwig Wittgenstein legde naast zijn filosofische werk een ‘haast bezeten precisie’ aan de dag voor details. Met name die van de deurkruk, en dan vooral zijn buisvormige deurkruk waar hij slotenmakers mee tot wanhoop dreef.
Wat was toch ook alweer het bijzondere aan handgrepen – van deuren, bijlen, vazen en kruiken – dat grote denkers in het Wenen en Berlijn van begin twintigste eeuw zo sterk bezighield, in navolging van eerdere bespiegelingen over handgrepen in Amerika en het oude Griekenland?