The Guardian
| Londen | 06 januari 2021De enige uitweg uit de crisis is aannames te ontmantelen die de maatschappij opdeelt in winnaars en verliezers. Dat zegt Michael Sandel, de ‘filosoof met de wereldwijde uitstraling van een rockster’. De coronapandemie biedt een beginpunt voor vernieuwing en debat om te beginnen over de waardigheid van werk.
Michael Sandel was achttien jaar toen hij zijn eerste belangrijke les kreeg in de kunst van het politiek bedrijven. De toekomstige filosoof was in 1971 voorzitter van de leerlingenvereniging van zijn highschool in de wijk Pacific Palisades in Los Angeles, op het moment dat Ronald Reagan, de toenmalige gouverneur van de staat California, in diezelfde stad woonde. Sandel, die over gebrek aan zelfvertrouwen nooit te klagen heeft gehad, daagde Reagan uit voor een debat ten overstaan van 2400 linkse tieners. Het was op het hoogtepunt van de oorlog in Vietnam, die had gezorgd voor de radicalisering van een hele generatie, en iedere studentencampus was vijandelijk gebied voor een conservatieve geest. Enigszins tot Sandels verbazing nam Reagan de handschoen op en kwam hij, geheel in stijl, in een zwarte limousine aan bij de universiteit. Het gesprek dat volgde voldeed allerminst aan de verwachtingen van de jeugdige gesprekspartner van de gouverneur.