Vanaf februari te zien in het Rijksmuseum: Slavernij – tien waargebeurde verhalen. De eerste grote tentoonstelling over slavernij in de Nederlandse koloniale periode.
Al in 2017 aangekondigd, nu eindelijk daar: de eerste grote tentoonstelling over slavernij in de Nederlandse koloniale periode, het donkerste en tot voor kort meest onderbelichte hoofdstuk uit onze vaderlandse geschiedenis. De tentoonstelling omvat veel objecten die niet eerder in het Rijksmuseum te zien zijn geweest: persoonlijke bezittingen die werden gekoesterd, maar ook werktuigen die op de plantages werden gebruikt, zoals een balk met ijzeren kettingen waaraan meerdere slaven tegelijk konden worden vastgeketend.
In tien zalen staan tien personen centraal die slaaf waren, vochten tegen slavernij of rijk zijn geworden dankzij slavernij. Een daarvan is Wally, een slaaf die werkte op een Nederlandse plantage in Suriname. Hij vluchtte, werd gepakt en ontsnapte ternauwernood aan een gruwelijke dood. Een ander is de in 1707 overleden Surapati, een slaaf van een Nederlands echtpaar in Batavia die later vocht tegen de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Hij werd in 1975 uitgeroepen tot nationale held van Indonesië.
Verrassend genoeg is Oopjen Coppit, de ene helft van Rembrandts Marten & Oopjen, ook een van de tien hoofdpersonen. Oopjens schoonvader was rijk geworden door de verwerking van suikerriet dat op Braziliaanse plantages was geteeld en geoogst door slaven. En na de dood van Marten trouwde Oopjen met Maerten Daey, die in Brazilië had gevochten en uit eerste hand kon vertellen hoe het er op de plantages aan toeging.
Omdat het museum naar verwachting ook de komende tijd nog beperkt bezoekers mag toelaten, is er ook een onlineversie van de tentoonstelling gemaakt. Daarnaast verschijnt er bij de expositie een magazine dat wordt uitgedeeld aan alle scholen in Nederland, de Antillen en Suriname.
12 februari t/m 30 mei 2021 in het Rijksmuseum, Amsterdam, rijksmuseum.nl