Klimaatfictie over wereldwijde honger naar energie

360 Magazine | Amsterdam | 9 maart 2022

De debuutroman van de Duitse dichter Anja Kampmann beschrijft de odyssee van een moderne gastarbeider op een olieplatform. Een sfeervolle kritiek op het kapitalisme, oordelen internationale critici.

Wenzel werkt al jaren op een olieplatform, wanneer voor de kust van Marokko zijn soulmate en liefdespartner Mátyás verdwijnt, waarschijnlijk overboord geslagen tijdens een storm. De directie overweegt niet eens een reddingspoging, waarop Wenzel ontslag neemt en door Europa gaat reizen. Om Mátyás’ familie te bezoeken, zijn verleden onder ogen te komen en zichzelf te vinden. Dat is het uitgangspunt van Hoe hoog het water stijgt, de debuutroman van de Duitse dichter Anja Kampmann (41). 

Hoofdpersoon Wenzel realiseert zich onderweg steeds sterker dat hij geen thuis, geen identiteit en evenmin een doel heeft, schrijft Andrea Diener in Frankfurter Allgemeine. ‘En wie niet weet waarheen de toekomst leidt, zoekt zijn toevlucht in het verleden. Dat doet Kampmann in een roman die eigenlijk geen roman is, hooguit een lyrische benadering ervan.’

‘Het gaat het niet zozeer om de plot maar om de sfeer en de woorden waarin en waarmee het speelt’ 

Omdat alleen een dichter ‘zo’n grandioze roman’ kan schrijven, denkt Helmut Böttiger, recensent van Süddeutsche Zeitung: ‘Met dezelfde poëtische vonken waarmee Kampmann de hightechwereld van een olieplatform schetst, creëert ze een archaïsch bestaan in de Italiaanse Alpen. Al even moeiteloos schakelt ze tussen heden en tijdloosheid. En zoals bij elke literaire tekst die zich na lezing in het hoofd nestelt, gaat het niet zozeer om de plot maar om de sfeer en de woorden waarin en waarmee het speelt.’ 

Kampmanns eigenzinnige taalgebruik, haar ongewone beelden en vreemde gedachtensprongen zorgen voor een ongrijpbaar gevoel van ongefundeerdheid, vindt Andrea Heinz in Der Standard: ‘Precies zoals Wenzel zich moet voelen. Als iemand die lang in de gevangenis heeft gezeten, past hij niet meer in deze wereld.’ Heinz beschouwt het boek als een aanklacht tegen het kapitalisme. ‘Zonder het woord ook maar te noemen. Hoe bedrijven rijk worden door de wereldwijde honger naar energie, terwijl dat ten koste gaat van de arbeiders.’ 

‘De dominante kracht waaraan ze proberen te ontworstelen, is niet heteroseksualiteit maar kapitalisme’

Fiona Bell van Chicago Review komt tot dezelfde conclusie. Al moest ze ook denken aan de boeken van James Baldwin en ‘grote gay romans’ als Een klein leven van Hanya Yanagihara of Maurice van E.M. Forster. Met dit verschil dat Kampmann homoseksualiteit niet probeert af te zetten tegen opvattingen in een heteromaatschappij of cultuur- of klassenverschillen wil aanstippen, schrijft Bell. ‘Het gaat om een liefdesrelatie tussen twee mannen uit de arbeidersklasse die elkaar begrijpen in het intieme besef dat het systeem misbruik van hen maakt. De dominante kracht waaraan ze proberen te ontworstelen, is niet heteroseksualiteit maar kapitalisme.’

Ook Jane Yager van The Times Literary Supplement vindt dat Kampmann ‘op een briljante manier’ laat zien ‘hoe roekeloos en respectloos de industrie omspringt met mensenlevens’. Daarbij is ze onder de indruk van het taalgebruik en de ‘verrukkelijke’ zinnen. ‘Met het olieplatform zelf als meest levendige karakter. Kampmann heeft zo’n verbazingwekkend arsenaal aan details tot haar beschikking dat je het boek leest als pure klimaatfictie.’

Anja Kampmanns debuutroman Wie hoch die Wasser steigen, door Roland Fagel vertaald als Hoe hoog het water stijgt, verscheen half februari bij Prometheus.

Door Diederik Samwel

veel gelezen
Geen tijd om 943 kranten wereldwijd bij te houden?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.
Onze nieuwsbrief wordt wekelijks verstuurd.
inschrijven