The Atlantic
| Boston | Arthur C. Brooks | 17 maart 2023Innerlijke harmonie, dat leidt tot een gelukkig leven, aldus de Romeinse filosoof Lucius Annaeus Seneca. Hij gaf al in het jaar 58 elf belangrijke adviezen die ons nog altijd een eind op weg kunnen helpen.
‘Alle mensen, broeder Gallio’, schreef de Romeinse filosoof en staatsman Lucius Annaeus Seneca rond het jaar 58 aan zijn broer, ‘willen graag gelukkig leven, maar ze slagen er maar niet in te ontdekken wat een leven gelukkig maakt.’ Het is heel goed mogelijk dat Seneca zijn uitspraak baseerde op eigen ervaringen. Hij was een geluksdeskundige en schreef zijn leven lang over het klassieke begrip eudaimonia, wat ruwweg wil zeggen ‘leven in overeenstemming met de natuur’ of, in moderne taal, ‘in innerlijke harmonie’. Toch was zijn leven allesbehalve harmonieus.
Na jarenlange ernstige gezondheidsperikelen werd Seneca onder keizer Claudius uit Rome verbannen. Hij zou terugkeren als privéleraar en later adviseur van keizer Nero; die had hem aanvankelijk heel hoog zitten, maar beschuldigde hem later (waarschijnlijk valselijk) van samenzwering, met als gevolg dat Seneca werd gedwongen zelfmoord te plegen. Zoals Ryan Holiday, de maker van de website Daily Stoic, me in een e-mail bezwoer: ‘Dat hij überhaupt ’s morgens zijn bed uit kon komen, laat staan glimlachen, was een zuiver staaltje menselijk uithoudingsvermogen.’
Dit is allemaal zonder meer heftiger dan wat jij in je dagelijks leven te verduren hebt – je dacht zeker dat jij een slechte baas had? – maar misschien kun je je er wel iets bij voorstellen. Je wilt gelukkig en gezond zijn, maar de lastige omstandigheden knagen onophoudelijk aan je; ze leiden je af van het gebruikelijke denken en doen dat je zou kunnen helpen om vreugde te beleven, en om voor ogen te houden wat de zin van je leven is.
Hij spoort je gewoon aan om je emotionele uitersten te beheersen, teneinde er niet door beheerst te worden
Seneca schreef zijn essay ‘Over het gelukkige leven’ tijdens de genoemde moeilijke laatste jaren met Nero. Het handelt over wat nodig is om je gemoedsrust te bewaren wanneer je wordt geconfronteerd met persoonlijke chaos. Hij koos de vorm van een advies aan zijn broer, maar het was ongetwijfeld ook aan zichzelf gericht. Iedere alinea is een juweel, en het geheel is je aandacht en tijd volledig waard. Maar gelukkig voor ons was hij bovendien zo behulpzaam om elf belangrijke lessen uit te lichten waarvan hij geloofde dat je ze ter harte moet nemen om in harmonie te zijn. Ze zijn vandaag de dag nog even relevant als twee millennia geleden.
Les 1: Ik zal de dood en een blijspel met dezelfde gelaatsuitdrukking aanschouwen.
Seneca suggereert niet dat je moet lachen bij begrafenissen of huilen bij blijspelen, en ook zegt hij niet dat verdriet en lachen slecht zijn. Hij spoort je gewoon aan om je emotionele uitersten te beheersen, teneinde er niet door beheerst te worden. En het is een geweldig advies. In 2020 bestudeerden Franse onderzoekers het verband tussen een gelijkmatige gemoedsgesteldheid en diverse gevoels- en gedragsniveaus. Ze ontdekten dat bij gelijkmoedigheid negatieve elementen als gepieker, zwartgalligheid en neurotische instabiliteit minder heftig uitpakten.
Les 2: Ik zal beproevingen, hoe groot ze ook mogen zijn, dulden door mijn lichamelijk vermogen te ondersteunen met mijn geestkracht.
Een van de belangrijke lessen uit modern onderzoek is dat fysieke en geestelijke fitheid centraal staan in een gelukkig leven. Twee van de levenslange gewoonten van oudere mensen die zowel gelukkig als gezond zijn, zijn continu blijven leren en gezonde lichaamsbeweging. Gegoten in een simpele vuistregel: lees en wandel iedere dag – twee bezigheden die vandaag de dag even revolutionair zijn als ze in Seneca’s tijd waren. Of, als je echt efficiënt wilt zijn: wandel terwijl je naar een boek luistert!
Deze les gaat verder dan ‘geld maakt niet gelukkig’
Les 3: Ik zal rijkdom net zo hard verachten wanneer ik die bezit als wanneer ik die niet bezit. Bevindt hij zich elders, dan zal ik geen traan laten. Flonkert hij om mij heen, dan zal ik niet opgewekter zijn dan anders. Of het fortuin nu aanklopt of niet, ik sla er geen acht op.
Deze les gaat verder dan ‘geld maakt niet gelukkig’. Seneca wil hier zeggen dat gehechtheid aan rijkdom tot ellende leidt. Wetenschappelijk onderzoek had hem niet overtuigender gelijk kunnen geven. In het tijdschrift Personality and Individual Differences lieten onderzoekers in 2017 zien dat materialisme je welzijn kan aantasten en tot depressie kan leiden.
Les 4: Ik zal al het land beschouwen als het mijne, en het mijne als toebehorend aan de hele mensheid.
Deze les bouwt voort op Les 3 en benadrukt dat ellende niet alleen een gevolg is van graaien, maar ook van al te zeer vasthouden aan wat je hebt. Dezelfde opvatting kom je tegen in veel godsdiensten en filosofische tradities. Ze is bijvoorbeeld verwant aan wat katholieken ‘solidariteit’ noemen: het idee dat we allemaal broeders en zusters zijn, dus dat (bijvoorbeeld) het feit dat ik eigendom bezit in wezen neerkomt op rentmeesterschap ten behoeve van het algemeen welzijn.
Les 5: Ik zal zo leven dat ik in gedachten houd te zijn geboren voor anderen, en ik zal de natuur ervoor danken: hoe had ze immers beter voor me kunnen zijn? Ze heeft mij alleen aan allen gegeven, en allen aan mij alleen.
Oftewel: liefdadigheid is een geschenk voor de gever. Dienstbaarheid aan anderen is een van de makkelijkste manieren om gelukkiger te worden. Stapels onderzoek getuigen van het inzicht dat vrijwilligerswerk en liefdadigheid, dus geld uitgeven ten behoeve van anderen, en drastischer handelingen zoals bloed geven of een orgaan doneren, het welzijn stuk voor stuk verhogen.
Deze les is een variant op het oude gezegde ‘Alles met mate’
Les 6: Wat ik ook bezit, ik zal het niet hebzuchtig oppotten of roekeloos verspillen.
Deze les is een variant op het oude gezegde ‘Alles met mate’, maar ze gaat verder dan de aanname dat matiging moreel superieur is: in Seneca’s ogen leidt ze ook tot innerlijke harmonie. Opnieuw lijkt de aanname door onderzoek te worden ondersteund. Je ziet haar duidelijk terug in aangelegenheden als eten en drinken, maar zelfs bij deugden loont matiging, in die zin dat bijvoorbeeld hard werken niet moet verworden tot werkverslaving.
Les 7: Ik zal in gedachten houden dat ik geen waarachtiger bezit heb dan wat ik heb weggegeven aan mensen die het verdienen. Ik zal geen voordeel halen uit de omvang of hoeveelheid, of uit iets anders dan de waarde die de ontvanger eraan toekent.
De gedachte hier is dat de echte waarde van wat ik doe niet zit in hoeveel het mij kost, maar in hoeveel het jou ten goede komt. Zo bestaat bijvoorbeeld de waarachtige waarde van je werk niet uit je salaris, maar eerder uit in hoeverre het anderen helpt. Van altruïsme kun je de huur niet betalen, maar als je deze les ter harte neemt, kan ze je leren je prioriteiten te verleggen en misschien zelfs leiden tot een betere baan.
Les 8: Ik zal niets doen vanuit maatschappelijk prestige, maar alles in overeenstemming met mijn geweten. Telkens wanneer ik iets in alle eenzaamheid doe, zal ik het gevoel hebben dat de ogen van het Romeinse volk op mij gericht zijn.
Deze les is tweeërlei: 1) weersta sociale vergelijking; 2) handel privé net zo als publiek. De eerste les is essentieel in de psychologische literatuur en verklaart waarschijnlijk in niet geringe mate waarom sociale media – waarin we onszelf constant vergelijken met vreemden en vrienden – het welzijn van veel mensen zo onder druk zetten. In de tweede les wordt benadrukt dat integriteit en consistentie leiden tot geluk, en dat hypocrisie leidt tot ongeluk. Onderzoekers hebben aangetoond dat het ‘zelfbeeld onoprecht te zijn’ afbreuk doet aan onze menselijke behoefte onszelf te zien als authentiek, consistent en coherent.
‘Liefde draagt een bevrijdende kracht in zich,’ zei Martin Luther King
Les 9: Ik zal aangenaam zijn jegens mijn vrienden, vriendelijk en mild jegens mijn vijanden: ik zal vergeving schenken voordat mij om vergiffenis wordt gevraagd, en zal de wensen van eerbare mensen tegemoet komen.
Deze oude les – ‘Heb uw vijanden lief’, zoals het in de Bijbel staat – ligt achter vele van de filosofieën waarin wordt getracht de neiging te doorbreken je vijanden te haten. ‘Liefde draagt een bevrijdende kracht in zich,’ zei Martin Luther King in 1957 in een preek. ‘En er is daar een kracht die mensen op den duur verandert.’ In mijn eigen onderzoek heb ik aangetoond dat een liefdevolle houding in weerwil van verschillen niet alleen praktisch is, maar ook een bron van immense vreugde kan zijn.
Les 10: Ik zal in gedachten houden dat de wereld mijn geboortestad is, dat haar bestuurders de goden zijn, en dat zij boven mij en om mij heen staan en bekritiseren wat ik doe of zeg.
Dit advies gaat nog een stapje verder dan het tweede deel van Les 8: ik moet niet alleen handelen alsof anderen toekijken, ik moet handelen alsof God toekijkt. Onderdeel van een studie was een experiment waarbij gelovigen en niet-gelovigen ervoor konden kiezen geld te geven aan een vreemde of het voor zichzelf te houden. Wanneer ze vooraf waren gevraagd te denken aan God of een soortgelijk concept, bleken ze ruim tweemaal zo gul als wanneer er geen religieuze overwegingen in het spel waren. En wanneer er een seculier moreel aspect als ‘burgerzin’ of ‘juryrechtspraak’ wordt ingebracht, is het effect nagenoeg even groot. Denk ook aan wat we leerden van Les 5: zo’n afgedwongen gulheid komt niet alleen de mensen aan wie je geeft ten goede, maar ook jezelf.
Les 11: Wanneer de natuur mijn adem terugvraagt, zal ik dit leven vaarwel zeggen en iedereen aanroepen als getuige dat ik mijn best heb gedaan er een goed geweten en goede bezigheden op na te houden; dat niemands vrijheid, die van mijzelf het minst, door mij in het gedrang is gekomen.
Deze les spoort ons aan het goede van anderen voor ogen te houden als de manier om onze dood in vrede te accepteren. Een studie uit 2014 naar stervende kankerpatiënten wees inderdaad uit dat patiënten die vrede hadden met hun situatie ‘geconcentreerd [waren] op anderen. Zij zagen hun eigen ziekte als een kans om anderen iets te geven, of het nu was door vrienden te bemoedigen, door kleinkinderen iets over het leven te leren of door deel te nemen aan wetenschappelijke experimenten om toekomstige patiënten te helpen.’ Van Seneca zelf is bekend dat hij in volle gemoedsrust is gestorven. Weliswaar was hij gedwongen zijn eigen leven te beëindigen, maar hij voltrok zijn lot heel kalm, terwijl hij sprak over moed tijdens het leven en de dood. Rubens’ beroemde schilderij De dood van Seneca toont de filosoof rechtop stervend, waarmee hij gestalte geeft aan het Romeinse ideaal virtus: deugdzaamheid, moed en karakter.
Ze mogen dan verstandig klinken, maar Seneca’s lessen zijn niet altijd makkelijk na te leven
Ze mogen dan verstandig klinken, maar Seneca’s lessen zijn niet altijd makkelijk na te leven. Ze zijn in strijd met veel van onze natuurlijke impulsen: om egoïstisch te handelen, om onszelf met anderen te vergelijken, om zo veel mogelijk te verwerven, om ten koste van alles in leven te blijven.
Seneca begreep deze spanning ten volle. Hij was zo behulpzaam om ons naast zijn regels een geheime formule te bieden om voordeel te halen uit deze doelstellingen, zelfs als volledige belichaming onmogelijk is: probeer het. ‘Een genereuze geest meet zijn inspanningen niet af aan zijn eigen kracht, maar aan die van de menselijke natuur’, schreef hij, ‘teneinde verheven doelen te koesteren en plannen te beramen die te omvangrijk zijn om zelfs door hen die met het grootste intellect begiftigd zijn ten uitvoer te worden gebracht.’ Deze doelstellingen behelzen niet een oefening in nietigheid, maar eerder een in vallen en opstaan en vooruitgang. De enige manier om ware gemoedsrust te verwerven is het elke dag een beetje te proberen.
Lees ook: