El País
| Madrid | 10 juni 2020Een reeks epidemieën van de zestiende tot de negentiende eeuw – de pest, gele koorts en tyfus – hebben ertoe geleid dat de Andalusiërs hun huizen witten met kalk, een traditie die wordt geassocieerd met hygiëne, en zelfs met een nieuw begin na de dood.
Met haar emmer en in kalk gedoopte kwast droeg Manuela Delgado elke lente bij aan het in stand houden van het keurige, smetteloze imago van Medina-Sidonia, een van de witte ansichtkaartdorpjes van de provincie Cádiz. Ze voerde het ritueel uit omdat het zo hoorde, zonder dat ze zich had afgevraagd wat de reden was. Maar nu ze vanwege het coronavirus niet kan kalken zoals ze zou willen, herinnert Delgado zich waarom haar moeder en grootmoeder haar dit ritueel leerden: ‘Vroeger kalkte men de muren vanwege de epidemieën. Mijn voorouders zeiden al dat kalk alle microben doodt.’