Thomas Piketty: ‘Mogelijke toetreding van Oekraïne vraagt om herdefiniëring van de EU’

In het Berlaymontgebouw in Brussel zetelt de Europese Commissie. – © Carl Campbell / Unsplash

Le Monde

| Parijs | Thomas Piketty | 07 juni 2024

De Franse econoom en hoogleraar Thomas Piketty ziet de mogelijke toetreding van Oekraïne tot de EU als een kans om de Unie te hervormen. In plaats van verdere liberalisering en marktwerking bepleit hij een hervorming in dienst van de rechtsstaat en het democratisch pluralisme.

Dossier: Soeverein Europa

‘This is Europe’s moment to answer the call of history’, riep Ursula von der Leyen aan de vooravond van de verkiezingen. 360 maakte voor het juninummer (dat nu in de winkel ligt!) in aanloop van de Europese verkiezingen een rondje langs de lidstaten en koos in samenwerking met weekblad De Groene Amsterdammer de meest verheffende en inzichtelijke bijdragen van grote denkers als Varoufakis, Piketty, Mastrobuoni en Krastev, die hun deskundig licht laten schijnen over hoe de Europese integratie verdiept en verbeterd kan worden.

Is de mogelijke toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie (EU) een goed idee? Ja, als die tenminste gepaard gaat met een herformulering van het Europese project. Het zal aanleiding moeten zijn om de EU te herdefiniëren als een politieke gemeenschap in dienst van de rechtsstaat en het democratisch pluralisme en om afstand te nemen van de economische religie van vrijhandel en concurrentie als oplossing voor alle problemen, een religie die het Europese bouwwerk nu al decennia lang domineert.

Als de verdediging van Oekraïne tegen Rusland van vitaal belang is, dan is dat allereerst om politieke en democratische redenen. In tegenstelling tot zijn Russische buurman respecteert Oekraïne de principes van parlementaire democratie, democratische bestuurswisseling, scheiding der machten en een vreedzame oplossing van conflicten.

De toetreding van Oekraïne tot de EU moet aanleiding zijn voor het formuleren van strenge normen die garant staan voor alle vormen van pluralisme, zowel wat betreft de electorale organisatie (met eindelijk ambitieuze wetgeving inzake de financiering van campagnes en partijen) als wat betreft regels voor de media (met solide garanties voor redactionele onafhankelijkheid en een reële zeggenschapsverdeling tussen journalisten, burgers en publieke en particuliere aandeelhouders).

Europa presenteert zich graag als een vrijwel perfecte democratische club, een lichtend voorbeeld voor de wereld. Maar hoewel de electorale democratie er in bepaalde opzichten verder ontwikkeld is dan in andere delen van de wereld, is de institutionele grondslag ervan niet minder broos en onvolledig.

Er moet een harde kern worden gevormd van landen die bereid zijn strengere normen in te voeren op sociaal, fiscaal en milieugebied

Het is niet genoeg om de transparantie in Kiev te verdedigen en opnieuw aan de kaak te stellen dat Oekraïense oligarchen de politieke dienst uitmaken tijdens verkiezingen en in de media; ook de macht van Franse, Duitse, Italiaanse, Poolse en Maltese oligarchen moet worden ingeperkt en in de hele EU moeten nieuwe, democratischere, pluralistischere en egalitairdere vormen van politieke participatie worden bevorderd waarin geld en privébelangen geen rol meer spelen.

Het instellen van ambitieuzere democratische normen in Europa moet er ook toe leiden dat er afstand wordt genomen van de economische religie van vrijhandel en concurrentie die al sinds de Akte van 1986 en het Verdrag van Maastricht van 1992 moet doorgaan voor een Europese filosofie.

Als we willen voorkomen dat de toetreding van Oekraïne tot de EU leidt tot nieuwe schade op sociaal en milieugebied, met name vanwege de toegenomen concurrentie in de sectoren landbouw en industrie, dan is het onvermijdelijk dat er tegelijkertijd op twee fronten actie wordt ondernomen. Allereerst moet in deze vergrote EU zo snel mogelijk een harde kern worden gevormd van landen die in meerderheid bereid zijn strengere normen in te voeren op sociaal, fiscaal en milieugebied. Dat kan bijvoorbeeld door een Europese assemblee op te richten van landen die voorstander zijn van een verdergaande integratie. Ook andere oplossingen zijn denkbaar, op voorwaarde dat daarbij maar een klein aantal positief ingestelde landen betrokken is en er geen blokkades kunnen worden opgeworpen door andere landen.

Eigen voorwaarden

Vervolgens is het onvermijdelijk dat, in afwachting van de vorming van zo’n harde kern en om de acties te bestendigen, elk land weer de middelen krijgt om eigen voorwaarden te stellen bij de handel met andere landen, ook met zijn Europese partners.

Een buitengewoon duidelijk voorbeeld is fiscale dumping. Behalve dat de met de OESO en de EU uitonderhandelde vennootschapsbelasting van 15 procent op alle mogelijke manieren kan worden ontdoken, is die belachelijk laag. Omdat er alleen unaniem tot een aanpassing kan worden besloten, zal dat niet snel gebeuren.

De eenvoudigste manier om deze situatie te doorbreken is door middel van eenzijdige actie. Als een land als Frankrijk bijvoorbeeld vindt dat een adequate winstbelasting (laten we zeggen) 30 procent bedraagt, dan kan het heel goed besluiten dat over goederen en diensten die worden geïmporteerd uit landen met een lager tarief, het verschil moet worden bijbetaald. Het EU Tax Observatory heeft berekend dat zo’n maatregel Frankrijk 39 miljard euro zou opleveren, een aardig bedrag om in gezondheidszorg, onderwijs of openbaar vervoer te steken.

De voorstanders van veralgemeniseerde belastingdumping zullen roepen dat er sprake is van protectionisme, maar de werkelijkheid is volstrekt anders: het gaat er alleen maar om dat ondernemingen die goederen en diensten naar Frankrijk exporteren hetzelfde tarief betalen als ondernemingen die in Frankrijk zelf gevestigd zijn, wat al veel eerder als een minimale voorwaarde voor eerlijke handel had moeten worden aangemerkt.

Alleen als er nieuwe sociale en economische manoeuvreerruimte wordt gecreëerd zal de publieke opinie instemmen met verdere EU-uitbreiding

Dezelfde logica geldt voor normen op het gebied van volksgezondheid of CO2-uitstoot. Laten we in dit verband niet vergeten dat de beoogde opbrengst van het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens, dat in 2022 door de EU is ingevoerd, tot 2027 amper 14 miljard euro zal zijn, oftewel minder dan 0,5 procent van de invoerrechten die worden geheven over alle goederen die van buiten Europa in de EU worden geïmporteerd (en nauwelijks meer dan 2 procent van de invoerrechten over de totale Chinese import). Laten we er geen doekjes om winden: om een significante impact te hebben op de handelsstromen tussen Europa en de rest van de wereld moeten deze bedragen met een factor tien of twintig worden vermenigvuldigd. Ook hier zullen alleen eenzijdige acties de huidige impasse kunnen doorbreken.

Alleen als er nieuwe sociale en economische manoeuvreerruimte wordt gecreëerd zal de publieke opinie instemmen met verdere EU-uitbreiding, omdat die dan zal zijn gestoeld op gedeelde democratische waarden en niet op een liberale economische religie waarvan vooral de allerrijksten profiteren en die de lagere en middenklasse steeds meer vervreemdt van het Europese ideaal. 

Thomas Piketty is hoogleraar aan de École des hautes études en sciences sociales (EHESS) en de École d’économie in Parijs.

Recent verschenen