The New York Times
| New York | Joep Harmsen | 04 november 2024Lees ook het andere nieuws uit de buitenlandse pers van vandaag:
» Mexicaanse tiktokkers gebruiken codetaal om narcogeweld aan te kaarten
» VN-rapport: meer dan twintig landen lopen groot risico op acute hongersnood
Edoardo Almagià zou gestolen kunst hebben doorverkocht
Donderdag heeft de openbaar aanklager van Manhattan een arrestatiebevel uitgevaardigd ‘voor een vooraanstaande, aan Princeton opgeleide antiekhandelaar die nu in Italië woont’, dat schrijft The New York Times nadat de krant inzage heeft gehad in het tachtig pagina’s tellende arrestatiebevel. Het zou gaan om Edoardo Almagià, hij wordt beschuldigd van samenzwering vanwege het witwassen en in bezit hebben van gestolen kunst die toebehoort tot de Italiaanse staat.
Volgens de krant zou het gaan om zo’n 1700 kunstobjecten, waaronder Romeinse sculpturen en Etruskische aardewerk. Als kunsthandelaar zou Almagià kunstwerken verkopen aan belangrijke musea en verzamelaars, maar volgens de aanklagers deed hij ook zaken met grafrovers en probeerde hij de geroofde kunst wit te wassen en via het legale circuit te verkopen, onder andere aan bekende kunstinstellingen. Via een informant is de politie in het bezit gekomen van Almagià’s schaduwboekhouding, waarin de gestolen objecten stonden genoteerd.
De aanklagers schrijven dat hun onderzoek in 2018 begon en voegen eraan toe dat er al 221 antieke kunstobjecten zijn teruggevonden die zijn gelinkt aan Almagià en een gezamenlijke waarde hebben van bijna 6 miljoen dollar. Er werden voorwerpen teruggevonden uit het Cleveland Museum of Art; het J. Paul Getty Museum; het Fordham Museum of Greek, Roman and Etruscan Art; het Museum of Fine Arts, Boston; het kunstmuseum van Princeton University; en andere instellingen, aldus de aanklagers.