Deze drie factoren bepaalden de presidentsverkiezingen in de VS

Donald Trump kijkt naar zijn rivaal, vicepresident Kamala Harris. – © ANP

The Atlantic

| Boston | George Packer | 08 november 2024

De wisselwerking tussen drie sterke sentimenten heeft in plaatsen als Charleroi in Pennsylvania en in de hele Rust Belt de stembusgang bepaald, aldus de Amerikaanse journalist en schrijver George Packer.

Charleroi is een fabrieksstadje aan de Norfolk Southern Railway ten zuiden van Pittsburgh, waar het ingeklemd ligt tussen de rivier de Monongahela en de laagste uitlopers van de westelijke Appalachen. Deze gemeente (bijnaam: Magic City) in Pennsylvania, die in zijn hoogtijdagen 11.000 inwoners telde, is al meer dan een eeuw een stad waar glaswerk wordt gefabriceerd, waar veel arbeiders lid zijn van de vakbond en waar van oudsher Democratisch wordt gestemd. Rond de jaren zeventig begonnen de fabrieken er weg te trekken, en daarmee ook veel inwoners. In 2020, na een halve eeuw de-industrialisatie, was Charleroi een stadje met veel winkelleegstand en zo’n 4200 inwoners, merendeels Republikeinen. Het is het verhaal van de Rust Belt in het klein, een verhaal dat nog steeds gaande is.

Als ik gemeentesecretaris Joe Manning vraag wat de inwoners in de armen van de Republikeinen heeft gedreven, zegt hij: ‘2016. Ik ken mensen die hun leven lang verstokte Democraten waren, maar zich toen bij de Republikeinen inschreven om op Trump te kunnen stemmen.’

De grootste tweedeling berust op klasse in de zin van opleiding, de kloof tussen kiezers met en zonder universitair diploma

Toen Trump dat jaar de verkiezingen won, verdiepten wetenschappers en journalisten zich in de vraag hoe dat zo was gekomen. In progressieve hoek werd al snel racisme als enige verklaring aangewezen. Een dure vergissing, waarmee inhoudelijk voorbij werd gegaan aan belangrijke onderliggende oorzaken die een rol bleven spelen in latere trends; politiek gezien wekte dit afkeer bij andersdenkenden en bemoeilijkte het de discussie. Kamala Harris lijkt vastbesloten deze fout niet te maken, zij probeert geen campagne te voeren op identiteit. Huidskleur is slechts een deel van de reden dat Trump zo’n trouwe aanhang heeft en speelt een steeds kleinere rol. De grootste tweedeling in de Amerikaanse politiek berust op klasse in de zin van opleiding, de kloof tussen kiezers met en zonder universitair diploma. Dat verklaart waarom steeds meer zwarte en latino-kiezers uit de arbeidersklasse op de Republikeinen stemmen. Maar het ligt nog iets ingewikkelder: het stemgedrag wordt in het Trump-tijdperk bepaald door een wisselwerking tussen ras en klasse. Uit de overtuigendste analyses van de verkiezingsuitslag van 2016 bleek dat kiezers vooral snel op Trump stemden als ze in een witte gemeenschap woonden die economisch in het slop zat en waar recentelijk veel niet-witte migranten bij waren gekomen, met als gevolg snelle culturele veranderingen en een gevoel dat ze hun land niet meer herkenden.

Getro Bernabe, een officier bij de Haïtiaanse kustwacht die in de VS is opgeleid, ontvluchtte in 2020 het bendegeweld in zijn land en ging in Charleroi op zoek naar werk. ‘Het leek wel een spookstad,’ zegt hij. ‘Een prachtig stadje dat er nu verlaten bij lag.’ In de laatste paar jaar heeft Charleroi er tweeduizend migranten bij gekregen, vooral Haïtianen die afkomen op de leegstand en de laagbetaalde banen, waardoor het inwonertal nu weer richting dat van 1970 kruipt. ‘Die nieuwkomers, de nieuwe bewoners van Charleroi, geven de economie van dit stadje een sprankje hoop,’ zegt Bernabe. ‘Ik hou erg van een van de kernwaarden van Amerika, die ook op de Amerikaanse munt staan.’ Hij doelt op de leus ‘E pluribus unum’, ‘uit velen één’, wat hij opvat als een natie van één volk bestaande uit mensen van allerlei verschillende achtergronden en geloven. ‘Dat is wat Amerika voor mij zo mooi maakt.’

Afglijden

De voorzitter van de gemeenteraad, Kristin Hopkins-Calcek, woont al haar hele leven in Charleroi. ‘Ik heb de stad in de loop der tijd zien afglijden en dat deed ons achterblijvers veel pijn,’ zegt ze als we elkaar spreken in de raadzaal. ‘Ik moet zeggen, voor mij als huiseigenaar die haar eigen zoon ten prooi zag vallen aan verslaving, en na alle problemen met fentanyl- en oxycodonverslaving die we hier hebben gehad, de overdoses, de misdaad en tot op zekere hoogte zelfs de prostitutie, en de vernieling en waardevermindering van ons vastgoed, de speculanten die panden laten verkrotten, de manier waarop je, zeker als je wat ouder bent, de stad voor je ogen zag aftakelen: de komst van de migranten was een verademing. Je zag weer mensen op straat, er werden weer zaken geopend.’

De opleving van Charleroi blijft broos: ze drijft op de nieuwe buurtwinkels en bakkerijen van migranten, op nieuwe huurders en belastingbetalers, en loopt soms stuk op het gebrek aan middelen, op verkeersongelukken en rancune. Charleroi kent geen welvarende klasse van hoogopgeleiden. Op de half uitgestorven straten zie je mensen uit twee verschillende arbeidersmilieus: dat van de oudere witte arbeiders die hier al generaties wonen, en dat van de jongere zwarte migranten die de laatste jaren zijn gekomen. Dit is Trump-land: overal Trump-vlaggen, verkiezingsborden in de voortuin en, op de veranda van een stacaravan in de bossen, een spandoek met de tekst: IMPEACHED. GEARRESTEERD. VEROORDEELD. BESCHOTEN. ONVERSLAANBAAR. De helft van alle spulletjes in een bazaar op Fallowfield Avenue bestaat uit Trump-merchandising.

In september werd Charleroi bijna gelijktijdig door twee rampen getroffen. De ruim driehonderd werknemers van de Pyrex-fabriek bij de rivier, waar al sinds eind negentiende eeuw glaswerk wordt geproduceerd, kregen te horen dat de eigenaar de fabriek gaat sluiten en de productie naar Ohio wordt verplaatst. En vervolgens ving Trump iets op over Charleroi.

‘Is jullie prachtige stad niet veranderd? Het stikt er nu van de criminele bendes’

Op 10 september zat Joe Manning naar het presidentsdebat te kijken waarin Trump verwees naar een fabeltje over Haïtianen in Ohio die de honden en katten in het stadje Springfield zouden opeten. O lieve help, dacht hij, laat het bij Springfield blijven. Maar zijn gebed werd niet verhoord. Op 12 september richtte Trump op een verkiezingsbijeenkomst in Arizona zijn pijlen op Charleroi. ‘Een heel mooie naam, maar zo mooi is het daar niet meer,’ zei hij. ‘Onder Kamala Harris is de Haïtiaanse migrantenpopulatie daar met 2000 procent gegroeid. Dus denk daaraan als je gaat stemmen, Pennsylvania. Zo’n klein stadje, en ineens krijgen ze er duizenden mensen bij. De gemeente is zowat bankroet. Die vloedgolf van illegale migranten veroorzaakt een enorme misdaadgolf in de stad en alle omliggende gemeenten.’ Op 24 september deed hij op een bijeenkomst in Pennsylvania zijn aanval op Charleroi dunnetjes over: ‘Is jullie prachtige stad niet veranderd? Het stikt er nu van de criminele bendes.’

Die ‘2000 procent’ sloeg nergens op. De Haïtianen waren op legale wijze naar Charleroi gekomen, op zoek naar werk, en ze doen er het werk dat Amerikanen niet willen doen, zoals in een koelcel bij een temperatuur van maximaal 4 graden aan de lopende band eten inpakken. De gemeente is niet bankroet, er zijn geen bendes en de misdaadcijfers zijn niet gestegen, zo zegt Hopkins-Calcek, die zitting heeft in de regionale politiecommissie. ‘De ergste misdaad die hier recent gepleegd is, betrof de moord op een kind,’ zegt Manning. ‘Daarvoor zijn de ouders aangehouden, en die zijn net zo wit als jij en ik.’

Maling

Trump had daar maling aan. Hij had in een cruciale swingstate een verse kleine wond gevonden waar hij zijn vinger in kon steken. Daarna richtte hij zijn pijlen weer op andere zaken, maar in Charleroi kwam de klap hard aan. Manning en Hopkins-Calcek kregen bedreigingen. Er ging een flyer rond gericht aan de ‘blanke burgers van Charleroi’, afkomstig van de ‘Trinity White Knights van de Ku Klux Klan’, waarin werd gewaarschuwd: ‘Bewapen jezelf, blank Amerika, bescherm je familie. Blanken zijn de enige slachtoffers van immigratiegeweld.’ Passerende automobilisten schreeuwden ‘Trump komt eraan!’ naar Haïtianen. Bernabe, die bij de gemeente is aangesteld als contactpersoon voor zijn gemeenschap, hoorde dat mensen hun kinderen niet meer naar school durfden te sturen en serieus overwogen naar een andere staat te verhuizen. ‘Ineens zien we angst onder de migranten; ze voelen zich niet meer helemaal welkom, niet meer op hun gemak,’ vertelde hij me eerder deze maand. ‘Je ziet ze steeds minder buiten lopen.’ Charleroi begon weer te lijken op de spookstad die het tot voor kort was geweest.

Voor Hopkins-Calcek was het alsof ze door Trumps toedoen haar stad opnieuw zag afglijden, haar oude nachtmerrie. ‘Het werd stil op straat en het werd weer eng,’ zegt ze, en ze begint te huilen. ‘Toen iedereen weer binnen bleef, leek het of die akelige tijden weer terug waren.’ Met het aanstaande vertrek van de fabriek die hier al sinds mensenheugenis zit en het verlies van de bijbehorende belastingopbrengsten, zo zegt ze, ‘voel ik me alsof we al op de grond liggen en dan nog een trap na krijgen.’ Aan de Pyrex-fabriek heeft Trump nooit een woord gewijd.

Eerder deze maand zat ik op een middag met vijf leden van de vakbond United Steel Workers in de McDonald’s langs het spoor. Ze hadden een groot deel van de dag over hun gedwongen ontslag onderhandeld met de juristen van Anchor Hocking, de glaswerkfabrikant in handen van de New Yorkse investeringsmaatschappij, die de Pyrex-fabriek wil sluiten. Daniele Byrne, vicevoorzitter van de lokale vakbondsafdeling, en haar man Rob, een elektricien, werken opgeteld al 71 jaar in de fabriek. Danieles grootvader heeft er ook vijftig jaar gewerkt, hij zette zijn klok gelijk op de fabrieksfluit. Als ontslagpremie bood het bedrijf hun twee maanden ziektekostenverzekering en een dagloon voor elk gewerkt jaar – wat voor Daniele, die er twee derde van haar leven heeft gewerkt, neerkomt op zo’n 8000 dollar. Ze stak haar woede niet onder stoelen of banken. ‘Het was alsjeblieft en toedeledokie, zalige kerst, fijne kwanzaa,’ zei ze. ‘En wat zeggen joden ook alweer?’

Hun afkeer van van miljardairs vertaalt zich niet automatisch in steun voor een bepaalde politieke kandidaat of partij

Rob vroeg of ik Glass House gelezen had, een boek over de neergang van het industriestadje Lancaster in Ohio, drie uur ten westen van hier, waar Anchor Hocking ook een glaswerkfabriek heeft en waar het de productie van de fabriek in Charleroi naartoe wil verplaatsen, inclusief ongeveer de helft van het personeel. ‘Dat gaat over de economie van de rijkste 1 procent, waar het trumpisme uit voortkomt,’ zei hij. ‘Hoe zij alles bepalen, alles kopen en verkopen en dit soort fratsen uithalen. De miljardairs krijgen steeds meer en de rest moet eronder lijden.’

Hun afkeer van het zakenleven en van miljardairs vertaalt zich niet automatisch in steun voor een bepaalde politieke kandidaat of partij. Daarvoor is hun ontgoocheling over de politiek en hun wantrouwen jegens de elite te groot. Wat ik in Charleroi en elders in West-Pennsylvania steeds weer hoor, is: ‘Ze geven niks om ons.’ Mensen voelen zich hier enorm in de steek gelaten.

In de Pyrex-fabriek werken nog geen tien Haïtianen. Volgens Daniele, die over de roosters gaat, doen ze het beter dan de Amerikaanse arbeiders. ‘Ik denk niet dat de immigranten het probleem zijn,’ zegt Rob. Maar hij en de anderen hadden wel klachten over de plotse komst van zo veel buitenlanders in hun kleine stadje: overvolle schoolbussen en klassen, overbelaste leraren, overheidssteun die voor de lokale bevolking niet was weggelegd, en – anders dan ik van de autoriteiten had gehoord – meer misdaad. In de nieuwe buurtwinkel van een migrant hing volgens hen een bord dat witte mensen niet welkom waren. Dat leek me stug, dus dat vroeg ik later na bij Getro Bernabe. Hij legde uit dat er gestaan had dat er eten te koop was uit Afrika, Azië en het Caribisch gebied, maar dat Amerikaans eten er niet bij stond. Hij was naar de winkel gesneld om te vertellen dat daarover geklaagd werd en de eigenares had zich kapot geschrokken: ‘Mijn God, daar heb ik geen moment bij stilgestaan.’

Geruchten

‘Zet er alsjeblieft “Amerikaans” bij,’ had hij haar op het hart gedrukt. Maar voor de zekerheid had ze het hele bord simpelweg vervangen door een bord met daarop alleen “Queen’s Market”. Toen ik er een kijkje nam, zag ik levende krabben, gedroogde vis en andere producten die je in deze streek niet veel ziet. De eigenares, een Amerikaanse van Sierra Leoonse afkomst, had achter de balie een kaart hangen met ‘Trump 2024’. Dat detail, dat indruiste tegen de aanleiding voor het gemopper, kwam niet in de verhalen voor.

Valse geruchten zeggen soms meer dan geruchten die waar blijken te zijn, en in Charleroi heersen spanningen die je niet moet opstoken, maar evenmin moet wegwuiven.

‘Het is geen haat, het is eerder…’ begon Daniele.

‘Afgunst,’ zei Rob, ‘jaloezie.’

De bewoners van vroeger hebben het gevoel dat ze er niet meer toe doen. De sluiting van de fabriek kreeg veel minder media-aandacht dan Trumps opmerking over Haïtianen. Om de vier jaar staan stadjes als Charleroi in de herfst ineens een paar weken in de belangstelling van politici en media. ‘Als Kamala hier komt, zit ze nu midden in de strijd om de Haïtianen, want zij wil de migranten hier hebben en hij wil ze weg hebben,’ zegt Daniele. ‘Ze zijn ons al vergeten en beginnen meteen over de migranten.’ En ze voegt eraan toe: ‘Ik zal eerlijk zijn, ik volg de politiek niet meer,’ zegt Daniele. ‘Voor mij zijn het allemaal oplichters. Ik kijk nog liever naar ouwe afleveringen van Barney Miller. Ik kan niet wachten tot het achter de rug is en ik weer gewone reclamespotjes zie over welke scheermesjes het beste zijn.’ Niet dat ze aan alle politici een hekel hebben – alleen aan degenen die hun beloften niet zijn nagekomen en profiteren van de problemen van mensen zoals zij. Senator Bob Casey van Pennsylvania wil dat de federale overheid onderzoekt of Anchor Hocking de antitrustwetgeving overtrad toen het eerder dit jaar bij een faillissementsverkoop de fabriek overnam. Zelfs de schampere Daniele Byrne prijst hem daarvoor.

Twee dagen na ons gesprek gingen Rob en Daniele naar de footballderby tussen de Dallas Steelers en de Pittsburgh Cowboys. Ik was via een vriend aan een kaartje gekomen en zag al vroeg in de wedstrijd ineens mensen om me heen die omkeken en begonnen te juichen. Tien meter boven ons stond in een luxe skybox een man in een zwarte blazer en met een zwarte pet op grijnzend te zwaaien met een gele handdoek van de Steelers: Elon Musk. Eerder die dag had hij op het podium rondgehupt bij de tweede bijeenkomst van Trump op de plek van de moordaanslag in het nabije Butler, en nu kwam hij zich hier nog even laven aan de bewondering die zijn roem en rijkdom wekt.

Toen ik dat aan Daniele vertelde, zei ze: ‘Die klootzak.’

‘Die gasten van Wall Street die de campagne van Trump financieren, dat zijn de mensen die dit soort stadjes hebben verwoest’

Het is de wisselwerking tussen de neergang van de arbeidersklasse, de hebzucht van het zakenleven en de woede over immigratie die in plaatsen als Charleroi en in de hele Rust Belt de stembusgang zal domineren. Chris Deluzio zit voor de Democraten in het Congres voor het zeventiende congresdistrict van Pennsylvania, ten noordwesten van Charleroi. Het is zijn eerste termijn, na een nipte overwinning in 2022 in dit district van boerenland, slaapsteden van Pittsburgh en industriestadjes langs de rivier de Ohio. De jurist Deluzio (40) is een keurige marineveteraan, jasje-dasje, die beleefd en doordacht spreekt. Maar hij voert nu campagne voor zijn herverkiezing in de hoop dat zijn pleidooien voor arbeiders en tegen het bedrijfsleven zwaarder wegen dan de vijandigheid tegen migranten die door Trump en andere Republikeinen wordt opgestookt. (Het campagneteam van zijn tegenstander Rob Mercuri reageerde niet op mijn verzoek om een interview.)

‘Die gasten van Wall Street die de campagne van Trump en mijn tegenstander financieren, dat zijn de mensen die dit soort stadjes hebben verwoest,’ zegt Deluzio onderweg tussen twee campagnebijeenkomsten. ‘Ze zijn al decennia bezig om ons uit te kleden. De fabrieken zijn niet zomaar vertrokken. Ze zijn hier weggehaald door een ideologie en een beleid die alleen maar draaiden om goedkope arbeid met minder regels en goedkope milieumaatregelen met minder regels. Al het harde werk en alle opofferingen van jullie familie, daar gaven die gasten geen zier om.’ Nadat er vorig jaar in East Palestine (Ohio) een vrachttrein van Norfolk Southern vol gifstoffen was ontspoord, heeft hij met steun van senator J.D. Vance van Ohio een wetsvoorstel ingediend voor strengere regelgeving rond vrachtverkeer over het spoor. Die Railway Safety Act is niet naar de zin van de Republikeinse donateurs in het netwerk van de gebroeders Koch en wordt nu in beide kamers van het Congres getraineerd door de Republikeinen. Van Deluzio’s eigen kiezers werden er niet veel direct door het giflek getroffen, maar hij hoopt dat Democraten zoals hij zich met dit soort kwesties positief onderscheiden van Republikeinen die zich alleen sterk maken voor het bedrijfsleven en minder regelgeving.

Volgens Deluzio schildert Trump nieuwkomers af als schurken omdat hij de lokale bevolking – die zelf afstamt van immigranten en legitieme zorgen heeft over de snelheid waarmee hun omgeving verandert – wil afleiden van de werkelijke oorzaak van hun problemen: monopolistische bedrijven en de politici die zij financieren. Hij erkent dat de Democratische Partij dit probleem jarenlang heeft veronachtzaamd en zelf heeft geijverd voor een handelsbeleid dat eraan bijdroeg. De partij verkeerde in de waan dat de oude achterban van de zieltogende arbeidersklasse al snel in omvang zou worden overtroffen door een nieuw segment van hoogopgeleide kiezers. ‘Voor elke arbeider wiens stem we in West-Pennsylvania verliezen, winnen we twee voormalige gematigde Republikeinen in de buitenwijken van Philadelphia,’ voorspelde senator Chuck Schumer in 2016, kort voordat Trump Pennsylvania en daarmee het presidentschap won.

Zwevende kiezers

De regering-Biden heeft de arbeiders proberen te paaien met regelgeving die gunstig is voor vakbonden en met wetgeving om banen te scheppen in achtergebleven regio’s. Maar de mensen die ik in West-Pennsylvania spreek lijken maar een vaag idee te hebben van wat de Democratische Partij voor hen probeert te doen. Zij zijn meer bezig met de stijgende kosten van levensonderhoud dan met lage werkloosheid en nieuwe industriemogelijkheden en belastingplannen. Wanneer slecht geïnformeerde zwevende kiezers zeggen dat ze meer willen horen over het programma van een kandidaat, betekent dat meestal dat ze niet verwachten dat hun beleid veel verschil zal maken in hun leven. Om na decennia van economische verwaarlozing het ingebakken wantrouwen te overwinnen, moeten politici hier hun gezicht laten zien, kiezers in de ogen kijken, de hand drukken en hulp bieden – of op zijn minst laten zien dat ze genoeg om hun kiezers geven om dat te willen proberen.

Curtis en Annie Lloyd wonen in Darlington, een plattelandsgemeente tegen de grens met Ohio, op maar een paar kilometer van de plek waar vorig jaar de giframp plaatsvond. Toen ze niet ver van hun huis een grijze wolk zagen opstijgen, konden ze nauwelijks betrouwbare informatie over de ramp vinden. Het regionale dagblad is nog maar een schim van wat het ooit geweest was en op sociale media wemelde het van de valse en tegenstrijdige berichten. Maar Trump heeft een bezoek gebracht aan hun streek, zegt Annie, terwijl Biden zich er al meer dan een jaar niet heeft vertoond. En dat maakt meer indruk dan Deluzio’s door de Republikeinen gedwarsboomde poging om de regelgeving aan te scherpen. ‘De mensen leiden hun dagelijks leven en verdiepen zich niet zo makkelijk in beleidskwesties,’ zegt ze. ‘Het enige wat zij weten is dat Trump hier iedereen op McDonald’s heeft getrakteerd.’

Vijfentwintig kilometer verderop in Rochester spreek ik op het hoofdkantoor van de Democratische Partij in Beaver County met Erin Gabriel. Het is er een drukte van belang, met een flinke voorraad Harris/Walz-borden en campagnemedewerkers die zich opmaken om de deuren af te gaan of dat net gedaan hebben. Gabriel zegt dat de politiek voor haar iets persoonlijks is. Naast haar baan en het voorzitterschap van de lokale partijafdeling draagt ze ook nog de zorg voor drie kinderen met een handicap. (Haar tienerdochter Abby, die aan een slopende neurodegeneratieve aandoening lijdt, zit met een koptelefoon op in de kamer ernaast.) ‘Elke beleidsbeslissing van de regering heeft invloed op mijn kinderen,’ zegt Gabriel. Zonder de Affordable Care Act [‘Obamacare’] zou Abby de rest van haar leven geen zorgverzekering meer kunnen krijgen. Toen Trump president was, beloofde het Congreslid voor haar district, een Republikein, dat hij er zijn uiterste best voor zou doen dat Abby verzekerd kon blijven. Vervolgens stemde hij voor het wetsvoorstel waarmee Trump Obamacare wilde afschaffen. ‘Toen ben ik echt politiek actief geworden,’ zegt Gabriel. ‘Dit gaat voor mij tot op het bot.’

‘Mijn straten moeten goed geasfalteerd worden, jij vindt dat ook nodig’

Heel even geniet het zuidwesten van Pennsylvania nu onevenredig veel aandacht en invloed. Overal zie je campagnebordjes in de tuinen staan. Bij de kassa van bakkerijen wordt bijgehouden hoeveel Trump- en Harris-koekjes ze verkopen. De landelijke politiek is een loopgravenoorlog waarin je nauwelijks nog iemand van een ander standpunt kunt overtuigen. In de lokale politiek heerst een andere sfeer, daar zijn ze minder onverzoenlijk en meer compromisbereid, daar wordt niet alleen volgens partijlijnen gestemd. In de woorden van Rico Elmore, een jong Republikeins gemeenteraadslid in Rochester: ‘We moeten zoeken naar wat we gemeen hebben en zeggen: we verschillen misschien van mening over de hervorming van het strafrecht, over belastingen, over immigratie, maar er zijn dingen waarin we elkaar kunnen vinden. Mijn straten moeten goed geasfalteerd worden, jij vindt dat ook nodig. Laten we dat dan doen. Laten we die gezamenlijke doelen zoeken en ons daarvoor inzetten.’

Elmore, die zwart is en technisch sergeant bij de Air National Guard, was bij de bijeenkomst in Butler waar Trump werd beschoten. Hij was meteen naar voren gesneld om eerste hulp te verlenen aan Corey Comperatore, de man die werd doodgeschoten, en werd door diens familie daarna uitgenodigd om iets te zeggen op Trumps tweede bijeenkomst in Butler. Als rijzende ster in de lokale politiek lukte het Elmore in 2022 niet om namens de Republikeinen een zetel in het Huis van Afgevaardigden van Pennsylvania te bemachtigen, ook al was hij voor zijn campagne dertienduizend huizen afgegaan. Daar bleken ook Democraten bereid om met hem te praten en hoorde hij van beide kanten een sentiment dat ook ik bijna iedereen heb horen uiten, zelfs de ferventste partijaanhangers: het allesoverheersende verlangen om de polarisatie achter ons te laten. Elmore vraagt zich af of Amerika straks hetzelfde lot wacht als het Romeinse Rijk: ‘Zitten we op dat punt in de geschiedenis? Wat doen we om het te voorkomen? We beginnen een land te worden dat verdeeld is en ten onder zal gaan. Als verdeeld land kunnen we niet sterk staan.’

Op een stralende oktobermiddag gaat Chris Deluzio van deur tot deur in een nieuwbouwwijk in Allegheny County. Hij draagt een schipperstrui met de opdruk ‘Navy’ – blijkbaar om de kiezers te laten zien dat hij, Congreslid en oud-docent aan de Universiteit van Pittsburgh, ook maar een gewone man is. We lopen in een doodlopende straat met gezinswoningen van zowel Democraten als Republikeinen. Een jongeman met een petje van de University of Southern California, Aaron heet hij, sleutelt op de oprit aan zijn auto. ‘Mijn stem heb je al,’ zegt hij. Aaron omschrijft zich als een gematigde Democraat uit Californië die het niet kan uitstaan wat de Republikeinen doen. ‘Ik ben opgegroeid tussen de latino’s. Ik mis ze eigenlijk, nu ik hier woon, en zoals er over hen wordt gepraat, dat zit me echt dwars. Als ik een Republikein was, zou ik van het gematigde Schwarzenegger-type zijn.’

‘Zijn die er nog?’ zegt Deluzio.

‘Naar wat ik van hun kamp zie niet, nee. In het Democratische kamp zie ik nog wel gematigde types, maar bij hen niet. Daar zijn ze gewoon te ver doorgeschoten.’

Trump-bord

Bij het volgende huis staat een Trump-bord in de tuin, maar Deluzio belt toch aan. Een potige oudere man met gemillimeterd haar doet open. Hij werkt als politieagent in Ambridge, een stad aan de rivier Ohio. Ik ben er doorheen gereden: ooit werd daar het staal geproduceerd voor het Empire State Building, en nu is het zo’n typisch vervallen fabrieksstadje met discountwinkels, vapeshops en een plantsoentje ter herdenking van de Tweede Wereldoorlog met een monument gewijd aan Roosevelts vier vrijheden. De agent, Mike heet hij, zegt dat hij Deluzio al eens heeft ontmoet. Deluzio wijst erop dat de politiebond hem steunt. ‘Ik sta overal voor open,’ zegt Mike. ‘Ik heb een probleem met de grensbewaking en de misdaad, want dat is wat ik in Ambridge tegenkom. Het is gewoon een groot immigratieprobleem.’ Veel van de migranten in die stad komen uit Latijns-Amerikaanse landen zoals Venezuela, zegt Mike, en dat leidt tot ‘rijden onder invloed, dronkenschap, huiselijk geweld, veel knokpartijen’. Voor hem zijn criminaliteit en grensbewaking in het stemhokje de doorslaggevende thema’s.

Van achter uit het huis wordt iets geroepen door een oudere vrouw. ‘Mijn moeder heeft haar pensioentje,’ zegt Mike. ‘Maar die lui krijgen 4000 dollar per maand, en dat is meer dan zij krijgt. Ze is kwaad dat zij meer krijgen. En ik zal je zeggen, mijn moeder heeft heel haar leven op de Democraten gestemd. Nu stemt ze op de Republikeinen.’

In Charleroi had ik ook al mensen horen klagen dat er zo veel geld wordt uitgedeeld aan migranten. Gemeentesecretaris Joe Manning had me uitgelegd: ‘De Haïtianen zijn geen post op mijn begroting. Die maken geen aanspraak op mijn middelen. Die hebben allemaal betaald werk.’

Maar Deluzio zet geen kanttekeningen bij Mikes verhaal en gaat niet met hem in discussie. Hij heeft contact gelegd. Misschien is dat genoeg.

Recent verschenen