Grist
| Seattle | L.V. Anderson | 22 november 2024Onderzoek toont aan dat de opwarming van de aarde een vruchtbare bodem kan vormen voor de opkomst van autoritaire leiders. ‘De versnellende klimaatverandering draagt sterk bij aan een groeiend gevoel van onzekerheid en ongelijkheid.’
In november 2013 kwam een van de zwaarste tropische cyclonen uit de geschiedenis aan land op de Filipijnen. De storm, plaatselijk bekend als Super Typhoon Yolanda, teisterde het eiland met rukwinden van 235 km/u en een stormvloed waarbij het zeewater bijna zes meter hoger stond dan gebruikelijk, tilde rotsblokken ter grootte van limousines op alsof het plastic flesjes waren en gooide ze honderden meters verderop weer neer. Officieel zouden er 6300 mensen zijn omgekomen, maar het werkelijke dodental lag waarschijnlijk nog veel hoger.
Rodrigo Duterte, toenmalig burgemeester van Davao City, haalde de krantenkoppen toen hij zo’n 650 kilometer reisde om een van de zwaarst getroffen gebieden van het land bezoeken, samen met een konvooi medische hulpverleners en zo’n 150.000 dollar in contanten. Hij zei dat hij de veiligheidstroepen had opgedragen te schieten op plunderaars die zouden proberen het konvooi tegen te houden. (‘Ik heb gezegd dat ze alleen op de voeten moesten schieten,’ verduidelijkte hij. ‘Die lui kunnen daarna toch protheses krijgen.’) Als presidentskandidaat bekritiseerde Duterte in 2016 zijn tegenstander, de voormalige minister van Binnenlandse Zaken, omdat die het geld uit het rampenfonds voor de schade van tyfoon Yolanda verkeerd zou hebben besteed. Hij behaalde een verpletterende overwinning.
De tyfoon Yolanda ‘bood de Filipijnse presidentskandidaat een kans om gebruik te maken van de hulpeloosheid van de mensen’
In de zes jaar die volgden, bewees Duterte dat zijn grove taal en voorkomen niet zomaar een onschuldige act waren. Hij voerde een meedogenloze oorlog tegen drugs waarin politie en burgerwachten – aangemoedigd door de president – maar liefst 30.000 mensen vermoordden, hij kondigde tweeënhalf jaar lang de staat van beleg af op een eiland met 22 miljoen inwoners, en hij ondertekende een wet die de politie ruime bevoegdheden gaf om verdachten zonder arrestatiebevel op te pakken en vast te houden.
De tyfoon Yolanda ‘bood de Filipijnse presidentskandidaat Rodrigo Duterte een kans om gebruik te maken van de hulpeloosheid van de mensen en hun steun te verwerven’, aldus een econoom die bestudeert hoe stormen van invloed zijn op de democratie.
Het afgelopen decennium heeft de wereld een akelige stoet Duterte-achtige kandidaten opgeleverd: politici die de grenzen van het aanvaardbare politieke discours hebben uitgewist, religieuze en etnische minderheden tot zondebok hebben gemaakt, de journalistiek hebben afgedaan als brengers van nepnieuws, hebben geprobeerd hun rivalen gevangen te zetten en democratische controlemechanismen hebben ondermijnd. In India, ook wel bekend als ‘de grootste democratie ter wereld’, heeft premier Narendra Modi moslims belasterd en de campagnebelofte ingelost om een hindoetempel te bouwen op de plaats van een door een meute hindoes verwoeste moskee. In Brazilië steunde voormalig president Jair Bolsonaro een wetsvoorstel dat inheemse stammen de controle over hun land zou ontnemen; ook beraamde hij – zonder succes – een coup om aan de macht te blijven nadat hij zijn herverkiezing had verloren. En in de Verenigde Staten scheidde voormalig president Donald Trump immigrantenkinderen van hun ouders en zette een horde aanhangers aan tot een aanval op het Capitool.
Macht
Geen van deze kandidaten kwam aan de macht na een uitzonderlijke natuurramp zoals tyfoon Yolanda; wel kwamen ze op in een tijd waarin klimaatverandering steeds zichtbaarder en schadelijker wordt en steeds meer mensen worden getroffen door steeds zwaardere stormen, perioden van droogte en bosbranden. Dit is misschien geen toeval. Hoewel het moeilijk te bewijzen is dat klimaatverandering heeft bijgedragen aan de opkomst van deze sterke mannen, hebben politicologen, economen en psychologen aanwijzingen gevonden dat de gevaren van de opwarming van de aarde mensen, en zelfs hele landen, in een autoritaire richting kunnen duwen.
Als ze worden geconfronteerd met de dreiging van klimaatverandering ‘kunnen de meeste mensen in, ik noem waar wat, Hawaï niet zomaar bunkers gaan bouwen,’ zegt James McCarthy, hoogleraar economie, technologie en milieu aan de Clark-universiteit in Massachusetts. ‘Maar ze kunnen wel stemmen op mensen die beloven hun nationale belangen en hun economische belangen boven alles te stellen – mensen die beloven te proberen een toekomst te bewerkstellen die veel op het verleden lijkt.’
Onderzoekers hebben al eerder ontdekt dat natuurrampen zoals overstromingen, droogte en bosbranden autoritaire leiders kunnen helpen hun macht te consolideren. (Er bestaan aanzienlijke raakvlakken tussen autocratieën – systemen waarin één enkele leider de absolute macht heeft – en autoritaire regimes, die worden gekenmerkt door een onbeperkte centrale macht en beperkte mensenrechten en politieke rechten). In de jaren dertig bijvoorbeeld gaf een orkaan in de Dominicaanse Republiek president Rafael Trujillo, die toen nog geen maand aan de macht was, de kans om de staat van beleg af te kondigen, de politieke oppositie uit te schakelen en monumenten ter ere van zichzelf op te richten.
Afglijden
Politiek wetenschappers zijn tot de theorie gekomen dat kiezers die geconfronteerd worden met fysieke, economische en sociale kwetsbaarheid, veiligheid zoeken in de vorm van leiders die beloven hulp te bieden door daadkrachtig op te treden. Uit een onderzoek naar verkiezingen in India bleek dat kiezers zittende partijen afstraffen wanneer het land overstroomt, tenzij die zittende partijen kordaat reageren op de ramp.
Tot vrij recent beschikten onderzoekers die het verband tussen klimaatrampen en autoritaire regimes onderzochten alleen over casestudy’s, zoals Duterte en Trujillo. Er is altijd een complex van omstandigheden die leiden tot de opmars van een bepaalde leider – de Filipijnen hadden bijvoorbeeld al een lange geschiedenis van dictatuur achter de rug toen Duterte opkwam; casestudy’s kunnen daarom alleen suggereren dat er een verband bestaat tussen een ramp en de afbrokkeling van de democratie. Maar in 2022 ontwierpen economen in het Verenigd Koninkrijk en Australië een slimme studie waarmee ze probeerden aan te tonen dat natuurrampen zoals orkanen het afglijden naar een autoritair regime daadwerkelijk kunnen veroorzaken.
De bedenkers kozen ervoor om te kijken naar eilandstaten, aangezien die een kans boden voor een ‘natuurlijk experiment’. Hoewel tropische cyclonen door de klimaatverandering gemiddeld heviger worden, zijn de hevigheid en de timing van individuele stormen willekeurig. Ook hebben stormen de neiging om een hele eilandnatie te treffen, in plaats van slechts één regio. Dit betekent dat je elke variatie in democratische omstandigheden na een storm redelijkerwijs kunt toeschrijven aan de storm.
Een autocratie zou ‘kunnen toenemen’ naarmate de klimaatverandering rampen waarschijnlijker maakt.
Eilandstaten die doorgaans niet door grote, verwoestende stormen worden getroffen, zoals IJsland en Singapore, dienden als controlegroep in het onderzoek. Door de gegevens van de stormen te vergelijken met een dataset die de democratie en autocratie in eilandstaten tussen 1950 en 2020 meet, ontdekten de auteurs dat stormen de scores van deze landen op het gebied van democratie in het daaropvolgende jaar met gemiddeld 4,25 procent verlagen. Ze noemden eilandstaten die aanhoudend dictaturen hebben gekend ‘stormautocratieën’ en voorspelden dat een autocratie ‘in de loop van de tijd zou kunnen toenemen’ naarmate de klimaatverandering rampen waarschijnlijker maakt.
Habib Rahman, hoogleraar economie aan de Durham University Business School in het Verenigd Koninkrijk en hoofdauteur van het onderzoek, vertelt aan Grist dat dit volgens hem en zijn co-auteurs het eerste artikel is dat een causaal verband legt tussen natuurrampen en autocratisch leiderschap. ‘Ons artikel probeerde echt het gat in kennis op dit vlak op te vullen,’ zegt Rahman.
Een causaal verband tussen klimaatverandering en autoritair gedrag is ook op veel kleinere schaal aangetoond in psychologische studies. In 2012 verdeelde een team psychologen Duitse en Britse studenten in twee groepen en vertelde hun dat ze meehielpen aan de ontwikkeling van een kennistest. Ze informeerden de helft van de vrijwilligers over enkele gevaren van klimaatverandering – bijvoorbeeld hoe temperatuurstijging, bosbranden en het smelten van gletsjers in de toekomst naar verwachting zullen verergeren. De andere helft kreeg ‘neutrale feiten’ te horen over het weer, de bossen en de economie van hun eigen land, zonder dat er iets over klimaatverandering werd gezegd. De vrijwilligers die informatie hadden gekregen over de gevaren van klimaatverandering, hadden – op een 10-puntsschaal die hun houding ten aanzien van verschillende demografische gegevens meet – een negatievere mening over gevaarlijke of gemarginaliseerde groepen, zoals terroristen, drugsverslaafden of fokkers van vechthonden.
Angst
Vergelijkbare experimenten hebben aangetoond dat blootstelling aan bedreigende informatie over klimaatverandering de overeenstemming met collectieve normen, racisme en etnocentrisme verhoogt – kortom, dat ze mensen ertoe beweegt zich te identificeren met de groep waartoe ze behoren en groepen waartoe ze niet behoren te kleineren. Uit een recent onderzoek onder zo’n 1700 witte Britten bleek dat deelnemers die alarmerende informatie over klimaatverandering te horen hadden gekregen en het onwaarschijnlijk vonden dat hun land de klimaatverandering zou aanpakken, negatiever dachten over moslims en Pakistani dan een controlegroep die neutrale feiten te horen had gekregen.
Deskundigen erkennen dat de effecten die in deze onderzoeken werden aangetoond klein waren en dat ze niet consistent zijn herhaald met verschillende groepen deelnemers. De informatie over klimaatverandering beïnvloedde enkel de mening van deelnemers over bepaalde groepen anderen. Bovendien voorspelt de reactie van mensen in een onderzoek niet noodzakelijkerwijs hun stemgedrag – waarbij miljoenen hun angst voor klimaatverandering juist uiten in een stem tegen autoritaire kandidaten. Maar Immo Fritsche, hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit van Leipzig en medeauteur van drie van deze psychologische studies, denkt nog steeds dat dit onderzoek licht werpt op de psychologische gevolgen van een veranderend klimaat. ‘Ik denk dat dit een belangrijke aanvulling is op wat we weten over de subtiele gevolgen van dreigingen voor het menselijk denken; het gevoel van een soort katalyserend proces,’ aldus Fritsche.
Om oorzaak en gevolg aan te tonen bevatte het onderzoek uit 2022 naar stormautocratieën en de psychologische studies van Fritsche controlegroepen. Helaas is er geen tweede planeet aarde die niet wordt beïnvloed door klimaatverandering om als controlegroep te dienen voor de bredere vraag of klimaatverandering autoritaire regimes over de hele wereld mogelijk maakt.
‘De versnellende klimaatverandering draagt sterk bij aan een groeiend gevoel van onzekerheid en ongelijkheid’
Toch denkt hoogleraar McCarthy, die in 2019 een speciale uitgave van het tijdschrift Annals of the American Association of Geographers redigeerde over autoritarisme, populisme en het milieu, dat de alarmerende toename van dictators en aspirant-dictators in de afgelopen jaren laat zien dat deze hypothese het verdient om serieus te worden genomen. ‘Ik denk dat de versnellende klimaatverandering ongelooflijk sterk bijdraagt aan een groeiend gevoel van onzekerheid en ongelijkheid: angst voor de toekomst, angst dat de toekomst minder stabiel en veilig zal zijn dan het verleden, angst dat de wereld steeds meer verdeeld zal zijn in winnaars en verliezers en angst dat je de samenleving en de instituties niet kunt vertrouwen,’ zegt hij. Het is begrijpelijk dat mensen in reactie op deze angsten hun eigen veiligheid willen waarborgen. ‘In die context denk ik dat de aantrekkingskracht van de sterke man die eenvoudige antwoorden op ingewikkelde zaken belooft, eigenlijk heel logisch is.’
McCarthy is het daarmee eens, ook al ontkennen aanhangers van veel sterke mannen – onder wie een derde van de Amerikanen die in 2020 op Trump stemden – dat er sprake is van klimaatverandering. ‘Ik denk dat mensen reageren op uitingen of effecten van klimaatverandering zonder die altijd als zodanig te herkennen,’ zegt hij. Miljoenen Amerikanen hebben de afgelopen jaren bijvoorbeeld te maken gehad met bosbranden, stroomuitval en een stijging van de verzekeringspremies – zaken die hun dagelijks leven en hun politieke ideeën beïnvloeden, of ze die nu wel of niet bewust toeschrijven aan klimaatverandering. Het is echter ook vermeldenswaardig dat allerlei extreemrechtse politieke partijen in Europa de klimaatverandering wel erkennen, en een harde aanpak van immigratie voorstaan als oplossing.
Sommige academici hebben gewaarschuwd dat autoritaire staten, ongehinderd als ze zijn door democratisch toezicht of zorgen over mensenrechten, beter in staat zouden kunnen zijn dan liberale democratieën om doortastend te reageren op de bedreigingen die klimaatverandering met zich meebrengt. Zo heeft China meer faciliteiten voor hernieuwbare energie gebouwd dan welk ander land dan ook, maar deed het dit door gebruik te maken van dwangarbeid en door elke vorm van tegenspraak die de groene ontwikkeling zou kunnen vertragen te onderdrukken.
Redding
Het redden van de liberale democratie zou dus een kwestie kunnen zijn van bewijzen dat ze tegen de situatie opgewassen is. In de VS hebben sommige deskundigen betoogd dat het afschaffen van de filibuster om de Senaat democratischer te maken, het schrappen van het schuldenplafond om ambitieuze klimaatuitgaven mogelijk te maken en het aannemen van federale wetgeving om het stemrecht in het hele land te versterken een lange weg zouden zijn om autoritaire trends in de VS te keren. Anderen hebben gepleit voor hogere belastingen voor de rijken, om de gevoelens van toenemende ongelijkheid aan te pakken die sommige kiezers in de richting van populistische sterke mannen drijven.
Het klimaatactivisme zou ook gebruik kunnen maken van de neiging van mensen om zich te identificeren met de eigen groep wanneer ze worden geconfronteerd met de bedreigingen die klimaatverandering met zich meebrengt – een eigen groep die zich kenmerkt door gedeelde waarden zoals sociale rechtvaardigheid en zorg voor het milieu, in plaats van door nationaliteit, ras of religie. ‘Als het waar is dat de dreigende klimaatverandering het collectief denken en handelen stimuleert,’ aldus Fritsche, dan is het mogelijk ‘dat mensen in het geval van dreigende klimaatverandering eerder bereid zijn om mee te doen aan gezamenlijke actie voor het klimaat en voor milieubescherming, als ze dit zien als normatief voor hun groep, voor hun land, voor hun generatie.’
McCarthy dringt er bij mensen die zich zorgen maken over zowel klimaatverandering als autoritarisme op aan om de neiging te weerstaan de afbraak van de democratie te zien als onvermijdelijk naarmate de aarde verder opwarmt. ‘Doemdenken en nihilisme zijn politiek gezien een verschrikkelijke richting. Het is duidelijk een zichzelf vervullende stellingname,’ zegt hij. ‘Hoe erg het ook gesteld is met onze politiek en hoe moeilijk de dingen er op dit moment ook uitzien, politiek gaat uiteindelijk over wat mensen samen besluiten te doen.’
‘De toekomst is niet in beton gegoten,’ voegt hij eraan toe. ‘De toekomst is wat we ervan maken.’