The New York Times
| New York | Jesse Barron | 28 mei 2019Sommige investeerders beleggen nu al in antimalariamiddelen, anderen kopen landbouwgrond op waarvan de waarde zal pieken door de verwachte droogte en mondiale voedselcrisis. Bedrijven besteden eindelijk aandacht aan klimaatverandering – maar niet op de manier waarop we dat misschien zouden willen.
Later die ochtend stond een kapucijner-franciscaner monnik op om het woord te nemen. Michael Crosby behoorde tot een kleine kring religieuze leiders die aandelen in grote bedrijven kopen om er morele invloed op uit te kunnen oefenen. Tillerson, directeur van een van de grootste oliebedrijven ter wereld en een machtig man in de internationale geopolitiek, was gewend aan weerstand, maar Crosby bleek een tactischer opponent dan de meeste anderen. Hij diende een motie in met als doel een klimaatdeskundige een plek in de raad van bestuur van Exxon te geven, waarmee hij de aandacht enkele minuten lang op zich gericht wist. Daarna legde hij Tillerson het vuur na aan de schenen omdat die ‘met geen woord of zelfs maar lettergreep’ over klimaatverandering had gesproken. Crosby vroeg waarom Saoedi-Arabië in zonnepanelen investeerde, terwijl Exxon geen cent uitgaf. ‘U leeft in het verleden,’ voegde hij Tillerson toe.