The Guardian
| Londen | William Davies | 04 februari 2019Als het vertrouwen onder een bepaald niveau zakt, gaan veel mensen de politiek en alle publieke instituties als één grote poppenkast beschouwen, schrijft politiek analist William Davies. Dat komt dan niet alleen doordat het vertrouwen in het algemeen is gedaald, maar omdat belangrijke publieke figuren, mensen die de samenleving moeten vertegenwoordigen, onbetrouwbaar worden gevonden.
Al eeuwenlang berusten moderne samenlevingen op iets wat zo wijdverbreid en doodgewoon is dat we er nauwelijks nog bij stilstaan: vertrouwen. Dat miljoenen mensen dezelfde opvatting kunnen hebben over de werkelijkheid, is een bijzondere verworvenheid – maar ook een die kwetsbaarder is dan vaak wordt beseft. Zolang openbare instituties als de media, de overheid en de wetenschap breed vertrouwen genieten, vragen we ons zelden af waaraan ze dat verdienen. Maar het succes van de liberale democratie berust niet zozeer op feiten als op een geloof, een sprong in het diepe: we vertrouwen erop dat overheidsfunctionarissen, verslaggevers, deskundigen en politici eerlijkheid betrachten als ze ons van informatie voorzien.