Het elfjarige wonderkind heeft volgens zakentijdschrift Forbes zelfs al een moderne Guernica over het leed van het Oekraïense volk geschilderd. Inmiddels worden zijn werken verkocht voor bedragen van vijf nullen.
Hij is niet de eerste die ‘een kleine Picasso’ wordt genoemd, zoals The Times de elfjarige Andrés Valencia omschrijft. Zo ging onder andere Mikail Akar hem voor (zie 360 #173), wiens werken al op zijn zevende voor duizenden euro’s werden verkocht. Andere voorbeelden zijn Lola June, Alexandra Nechita en Marla Olmstead (mogelijk bijgestaan door haar vader), die respectievelijk op hun tweede, twaalfde en vierde al kunst aan de man brachten. ‘Minderjarige kunstenaars zijn zeldzaam, maar ze bestaan,’ concludeert The New York Times. Valencia zit inmiddels op bedragen van vijf nullen.
Volgens het New Yorkse dagblad heeft Valencia zijn vroege succes vooral te danken aan de mensen om hem heen en aan de zelfgenoegzaamheid van de kunstwereld, hoewel de elfjarige zelf ook een uitstekend zakenman bleek te zijn; bij een vaste koper verhoogde hij zijn prijs in één keer van 100 tot 5000 dollar. Met succes.
Het resultaat, The Commander, is volgens het Amerikaanse zakentijdschrift ‘een moderne Guernica’
Inmiddels wordt zijn werk volop verzameld, ook al waarschuwen galeriehouders, citeert Art Daily, dat ‘kunstenaars ontwikkelingen doormaken, en tienjarige kunstenaars al helemaal’; de waarde zou kunnen veranderen.
Valencia lijkt zelf goed na te denken over wat hij doet, en waarom. ‘Ik denk dat kunst is bedoeld om verhalen te vertellen,’ zei hij tegen Forbes. Zo liet hij zich onlangs inspireren tot ‘het verhaal van het Oekraïense volk en wat Rusland hen aandoet. (…) een verhaal dat niet vergeten mag worden.’ Het resultaat, The Commander, is volgens het Amerikaanse zakentijdschrift ‘een moderne Guernica’.
Door Laura Weeda