De Taiwanese popster Jay Chou plaatst zich in zijn megalomane videoclip naast grootheden uit de kunst als Dalí, Magritte en Monet. De video is razend populair, maar sommige recensenten betichten Chou van grootheidswaanzin.
Op 6 juli uploadde de Taiwanees Jay Chou, een van de beroemdste Chineestalige popsterren, de videoclip voor zijn nieuwe nummer, waarvan de titel zich vertaalt naar ‘The Greatest Works of Art’. Het is afkomstig van een album dat op 15 juli werd uitgebracht, het eerste album van de artiest sinds 2016. ‘In de clip is te zien hoe Chou zich verkleedt als bewaker in La Samaritaine en het Parijse warenhuis binnenglipt om een magische piano te bespelen’, beschrijft ArtNet News. Na een paar noten verplaatst hij zich naar een ander tijdperk, waarin hij grootheden als Dalí, Magritte en Monet ontmoet.
‘The greatest works of art zijn dus allemaal buitenlands?’
De clip werd sinds de release vele miljoenen malen bekeken, volgens de Chinese site Sixth Tone onder meer omdat deze een ‘balsemende werking zou hebben’ op ‘alle Chou-bewonderaars op het vasteland van China, die vanwege covid-19 geen reizen naar het buitenland hebben mogen maken en heimwee hebben naar de Europese kunst en cultuur’. Maar er is ook kritiek. ‘In deze roerige tijden hoef ik, de koning van de muziek, niet als een schilderij ingelijst te worden. Mijn muzieknoten vormen de toekomst van de kunst’, citeert Art News uit het liedje om de grootheidswaanzin van de artiest aan te stippen, die bijvoorbeeld ook blijkt uit zijn insinuatie dat tovertrucs van hem tot bepaalde kunstwerken zouden hebben aangezet, zoals de gebogen lepel van Dalí.
Een gebruiker van Weibo, de Chinese variant van Twitter, postte de retorische vraag: ‘The greatest works of art zijn dus allemaal buitenlands?’ The Straits Times, een dagblad uit Singapore, schrijft scherp: ‘Woody Allen draaide Midnight in Paris [waarin de held ook naar het Parijs van de jaren twintig reist] om op zoek te gaan naar overblijfselen van de belle époque. Jay reist naar Parijs om zichzelf te vergelijken met Monet, Van Gogh en Matisse.’
Door Laura Weeda