De Amerikaanse schrijver Percival Everett levert met James een verrassende en ontroerende hervertelling van een Amerikaanse klassieker. ‘Geen literaire gimmick, maar een prachtige roman’, schrijft recensent Maureen Coorigan van NPR.
De Amerikaanse schrijver Percival Everett (67), internationaal bekend van zijn romans Erasure (2001) en I Am Not Sidney Poitier (2009), publiceerde dit jaar James, waarin het slavernijverleden prominent aan bod komt. Everett neemt The Adventures of Huckleberry Finn van Mark Twain als leidraad, maar vertelt zijn verhaal vanuit het perspectief van de zwarte, van de plantage gevluchte Jim.
‘Geen literaire gimmick, maar een prachtige roman’, schrijft Maureen Coorigan voor NPR. ‘Omdat Everett vol humor de absurditeiten van het racisme blootlegt. Waar Twain niet dramatiseert, laat Everett de barbaarsheid van de plantagetijd zien.’
‘Een liefdesbrief aan het geschreven woord’
Ron Charles van The Washington Post denkt dat het boek niet op een beter moment had kunnen verschijnen: ‘Precies nu ons land wordt verscheurd door vragen over het in de ban doen van bepaalde boeken en over de juiste manier om onderwijs over de Afro-Amerikaanse geschiedenis te geven.’
‘Een liefdesbrief aan het geschreven woord’, vindt Garrett Biggs in Chicago Review of Books. Volgens hem speelt Everett subtiel met de Engelse taal: ‘Zo leert Jim zwarte kinderen hoe ze precies de verkeerde, ongrammaticale zinnen moeten gebruiken om hun blanke kwelgeesten in de waan van superioriteit te laten.’
James, van Percival Everett, werd in het Nederlands vertaald door Peter Bergsma, verscheen bij Atlas Contact en stond op de shortlist van de Booker Prize.