In zijn boek De laatste dagen van Roger Federer en andere eindes behandelt de Amerikaanse essayist Geoff Dyer een reeks verhalen over het einde van roemruchte carrières. De meningen van recensenten over zijn boek zijn verdeeld.
Wie denkt met De laatste dagen van Roger Federer en andere eindes een enerverend sportboek open te slaan, komt bedrogen uit. In plaats daarvan heeft de Amerikaanse criticus, essayist en romancier Geoff Dyer een bloemlezing samengesteld over het einde van roemruchte carrières. Zo komen naast het, rond de boekpublicatie naderende afscheid van de Zwitserse tennislegende onder meer ook die van Jean Rhys, Bob Dylan en Richard Wagner voorbij.
Hannah Clarkson van Totally Dublin vindt dat het boek neerkomt op een ‘waslijst van eindes in het algemeen’. Het gaat in haar ogen net zo goed over ‘gesneefde ambities, niet-uitgelezen boeken of de gelofte om voor de rest van je leven uitsluitend hotelshampoo te gebruiken.’ Ze stelt dat Dyer ‘met komisch fatalisme’ zichzelf en ‘alles wat hij nog heeft af te ronden’ op de korrel neemt.
‘Met tennis heeft het weinig te maken’
‘Onder de talrijke thema’s die zijn aandacht genieten’ springt er eentje uit: Dyer zelf, zo constateert recensent Nicholas Wroe in The Guardian. ‘Bij een andere schrijver die zichzelf zo nadrukkelijk centraal stelt, was dat vermoeiend geworden’, maar Dyer zet ‘zijn handelsmerk van frisheid, speelsheid en humor’ ditmaal in om de vergankelijkheid te onderzoeken. ‘Terwijl zijn leeftijd vat op hem begint te krijgen, is zijn jeugdigheid allerminst verdwenen.’
Simon Kuper stelt in Financial Times dat er een mooi boek valt te schrijven over ‘creatieve geesten in de nadagen van hun carrière’. Maar Dyer komt wat hem betreft niet verder dan een ‘allegaartje van loftuitingen op schilders, auteurs en atleten’ in combinatie met ‘eindeloze ontboezemingen waarbij je wenst dat zijn redacteur had ingegrepen. Zijn beste overdenkingen waren misschien iets geweest voor een kort essay. Hij had ze ook kunnen delen op zijn Facebook-pagina.’
‘Eigenlijk zijn het gecamoufleerde mémoires’, schrijft Charles Finch in Los Angeles Times : ‘Met tennis heeft het weinig te maken, maar, net als in zijn vorige publicaties, des te meer met Dyer zelf.’ Hij houdt het op ‘een hybride vorm van essay, kritiek en fictie’.
De laatste dagen van Roger Federer en andere eindes van Geoff Dyer, uit het Engels vertaald door Ivo Verheyen, is half juli uitgebracht door uitgeverij Tzara.
Door Diederik Samwel