Maria Primatsjenko (1909-1997) schilderde schijnbaar gelukkige taferelen, maar als je beter kijkt, zie je de terreur van Stalin; El Mundo maakte een portret van de 27 oligarchen die Poetin het meest vertrouwt & Meer aanraders van de 360-redactie.
Omdat 360 niet alles kan vertalen wat de redactie leest, ziet en hoort, tippen wij voor u enkele interessante artikelen, podcasts, documentaires en fotoreportages die wij deze week tijdens het speuren naar mooie journalistiek zijn tegengekomen.
Nationaal Oekraïens symbool onder vuur
De Oekraïense kunstenares Maria Primatsjenko creëerde schijnbaar gelukkige scènes van het landelijke leven. Maar als je beter kijkt, zie je de terreur die Stalin op haar land had losgelaten, las redactiestagiair Maud Wiersma in The Guardian. Nu is haar werk opnieuw een nationaal symbool geworden, dat op bijeenkomsten over de hele wereld wordt gereproduceerd.
Toen in 1937 de Wereldtentoonstelling in Parijs werd gehouden, stonden ergens in het Sovjet-paviljoen, tussen al het socialistische realisme, tekeningen van fantastische beesten en bloemen gevuld met rauw folkloristische magie. Ze ondermijnden het tijdperk van de dictators met een overwinning van de menselijke verbeelding op terreur en massale dood. De creaties waren het werk van een Oekraïense kunstenaar, Maria Primatsjenko, die in 1997 stierf.
Toen het Museum voor Lokale Geschiedenis in Ivankiv door Russische bombardementen in brand stond, riskeerde een Oekraïense man zijn leven om vijfentwintig werken van haar te redden. Nu staat het hele levenswerk van Primatsjenko onder nog meer druk. Terwijl Kyiv zware aanvallen doorstaat, lopen 650 schilderijen en tekeningen van de kunstenaar, die in het nationale volkskunstmuseum bewaard liggen, gevaar.
Geluiden van het front
Christiaan Triebert, de Nederlandse onderzoeker die furore maakte bij Bellingcat en nu deel uitmaakt van de afdeling Visual Investigations van The New York Times analyseerde met zijn team tientallen radioberichten tussen Russische troepen in Oekraïne. De onderzoekers vingen het radioverkeer op dat werd uitgewisseld tijdens de eerste invasie van Makariv, een kleine stad buiten Kyiv. Die berichten werden gekoppeld aan beeldmateriaal ter plaatse dat door Oekraïners werd doorgespeeld aan The New York Times. Het resulteerde in deze film van negen minuten. De film is ook op Youtube te zien. Een aanrader van redacteur IJsbrand van Veelen.
De analyse laat een leger zien dat worstelt met logistieke problemen en communicatiestoringen en dat zich mogelijk schuldig maakt aan oorlogsmisdaden. Zoals Eliott Higgins, de oprichter van Bellingcat op Twitter schreef: ‘The New York Times heeft een geweldige productie gemaakt waarin audio-onderscheppingen en opensource-informatie worden vergeleken om een beeld op te bouwen van de eerste aanval van Rusland in de buurt van Kyiv. Het is het soort dingen dat we bij Bellingcat doen met ons verantwoordingsproces, maar dan meer in detail.’ Met ‘verantwoordingsproces’ doelt Higgins op het verzamelen van bewijzen van oorlogsmisdaden, waarmee Bellingcat direct naar de invasie van Oekraïne is begonnen.
De vertrouwelingen van Poetin
‘Vandaag de dag is Poetins megalomanie ondenkbaar zonder zijn raad van oligarchen. Ze plunderden het land en verrijkten zich decennia lang.’ Dat las redacteur Joep Harmsen in een uitgebreid artikel van El Mundo, met portretten van zevenentwintig vertrouwelingen van Poetin, allen machtige zakenlui met financiële belangen over de hele wereld.
Nummer één op de lijst is Igor Setsjin, CEO van het Russische staatsoliebedrijf Rosneft en voormalig vicepremier. De Europese Unie omschrijft hem als ‘een van Vladimir Poetins naaste en meest betrouwbare adviseurs en persoonlijke vriend’. Als voormalig lid van de siloviki, een term voor hooggeplaatste personen met een militaire of veiligheidsachtergrond, heeft Poetin hem belast met Rosneft, een van ’s werelds grootste producenten van ruwe olie, schrijft de Spaanse krant.
Volgens de EU heeft hij ‘dagelijks contact gehad met de Russische president’ en wordt hij beschouwd als ‘een van de machtigste leden van de Russische politieke elite‘, met ‘langdurige en diepe’ banden met Poetin. In de jaren negentig werkten ze samen op het kabinet van de burgemeester van Sint-Petersburg en in 2008 werd hij benoemd tot vicepremier. Lees hier verder.
Lees ook: