De satirische opera In Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny schetst de situatie in het intolerante Duitsland uit de jaren 30. Ruim negentig jaar later heeft de opera aan actualiteit echter nog weinig ingeboet. Ze is deze maand te zien in de Nationale Opera in Amsterdam.
In de satirische opera In Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny – voor het eerst in Nederland opgevoerd in 1930 – laten Kurt Weill en librettist Bertolt Brecht er geen twijfel over bestaan: mensen zijn slecht en worden alleen nog maar slechter in het almaar intoleranter wordende Duitsland destijds. Met dit meesterwerk keert regisseur Ivo van Hove terug naar De Nationale Opera met een maatschappelijk relevante productie die allerlei overeenkomsten biedt met het huidige gespannen tijdsgewricht. Want ook in de stad Mahagonny loont de misdaad. Van Hove maakte er een artificiële stad van ergens in de Amerikaanse woestenij, waar een paar mensen in de illusie leven dat ‘God’ helemaal niks verboden heeft. In deze nieuwe fata morgana kiezen ze voor het individuele belang, dat meestal maar een beperkte duur heeft.
Maar bovenal is de opera een aanklacht tegen het idee dat geld gelukkig maakt
Mahagonny laat zien hoe individuen een groep en een massa kunnen worden die tot een revolutie kunnen leiden, met of zonder goede afloop. Maar bovenal is de opera een aanklacht tegen het idee dat geld gelukkig maakt.
De eerder vertoonde Dreigroschenoper in 1928 werd een groot succes. En met de volle zalen voor Mahagonny kon de reputatie van het duo Brecht en Weill niet meer stuk. Zeker ook door de geweldige soundtrack, en de Alabama Song, later onder meer gecoverd door The Doors en David Bowie. In 1933 werd de opera door de nazi’s verboden en ontvluchtten Brecht en Weill Duitsland.
Mahagonny, Nationale Opera, 6-27 sep 2023