De tentoonstelling Life Between Islands, met werk van Caraïbisch-Britse kunstenaars, volgt zeventig jaar tumultueuze geschiedenis met kunst als gids en woordvoerder.
Werk van meer dan veertig kunstenaars, die in Groot-Brittannië wonen maar van wie de wortels in het Caribisch gebied liggen, vormen de kracht van wat in de Britse pers als een ‘meeslepende show’ wordt omschreven. De expositie volgt zeventig jaar tumultueuze geschiedenis met kunst als gids en woordvoerder. Alles komt dan uiteraard voorbij: de pijn van het vertrek, de aankomst, vriendelijkheid en wreedheid, opstand, onderdrukking en onophoudelijk onrecht.
Een van de vroegste werken van Steve McQueen, een Londenaar die in Amsterdam woont, is een fragment van één minuut uit een super 8-film uit 1992; het toont twee oudere West-Indische mannen die palmbomen met pot en al van het Oost-Londense Brick Lane naar de bus naar huis dragen.
De expositie volgt zeventig jaar tumultueuze geschiedenis met kunst als gids en woordvoerder
Maar behalve onthutsende foto’s – van bijvoorbeeld Michael X die aankomt op Paddington Station, Stokely Carmichael die het Dialectics of Liberation-congres toespreekt in het Round House in Camden in 1968 en meisjes die met een Black Panthers-schooltas op weg zijn naar school – geeft de schilderkunst een eigen, autonoom perspectief op de realiteit van de kunstenaars die heen en weer pendelen tussen de zonovergoten Caraïben en de wispelturige seizoenen aan deze kant van de wereld. Zoals de met foto’s van de Windrush-generatie behangen voorkamer op Njideka Akunyili Crosby’s schilderij Remain, Thriving uit 2018. Hun nakomelingen volgen het nieuws over het Windrush-schandaal, waarbij tientallen Britten het land uit werden gezet omdat de juiste papieren zouden ontbreken.
Life Between Islands: Caribbean-British Art 1950s–Now, tot 3 april 2022, Tate Britain, Londen.