Welkom in Facebook- en Google-Stad & Meer

© Greg Bulla / Unsplash
360 Magazine | Amsterdam | 9 juli 2021

Facebook en Google bouwen ultramoderne steden voor hun werknemers. ‘Een nachtmerrie’, volgens redacteur IJsbrand Van Veelen. Verder: Homofobie in voetbalstadions stop je niet met straffen, maar met voorlichting en zichtbaarheid, aldus deze Mexicaanse journalist & Meer aanraders van de 360-redactie.

Omdat 360 niet alles kan vertalen wat de redactie leest, ziet en hoort, tippen wij voor u enkele interessante artikelen, podcasts, documentaires en fotoreportages die wij deze week tijdens het speuren naar mooie journalistiek zijn tegengekomen.

Welkom in Facebook- en Google-Stad

Niet alleen werken maar ook wonen, winkelen en recreëren in een omgeving die in bezit is van je werkgever klinkt voor redacteur IJsbrand van Veelen als een nachtmerrie. Dit fenomeen, dat in Nederland bekend werd door onder meer de aanleg van Philipsdorp in Eindhoven (1910) en Heveadorp in Renkum (1916), komt nu, honderd jaar later, tot ontwikkeling in de VS.

Grenzend aan de Facebook-campus in Menlo Park, ten zuiden van San Francisco, ligt een stuk land van 24 hectare. Daar wordt een op zichzelf staand, volledig functioneel stadje gebouwd onder de naam Willow Village. Het project is eigendom van en wordt ontwikkeld door de sociale mediagigant Facebook, aldus de site Hackernoon. Over een paar jaar kunnen Facebook-medewerkers er werken, wonen en slapen zonder dat ze het terrein van het vijfde meest waardevolle technologiebedrijf ter wereld hoeven te verlaten. Willow Village zal bestaan uit ruim 1500 woningen en er wordt voorzien van een apotheek, een supermarkt, kantoorgebouwen, conferentieruimtes, een hotel met 193 kamers en een openbaar park.

Het moederbedrijf van Google kondigde aan een miljard dollar te investeren in de bouw van 20.000 huizen

Facebook is niet het enige techbedrijf met stedenbouwkundige plannen. Alphabet Inc., het moederbedrijf van Google, kondigde aan een miljard dollar te investeren in de bouw van twintigduizend huizen in Mountain View, het stadje in Californië waar ook de Google-campus is gevestigd. Wat de beweegredenen voor bedrijven als Google en Facebook zijn om deze projecten ontwikkelen lees je hier.


Zomerboek: Ramspoed

Jarenlang hebben we de wekelijkse column van Niall Ferguson in The Sunday Times laten vertalen, die ik redigeerde, schrijft hoofdredacteur Laura Weeda. Ik was het lang niet altijd eens met zijn gedachten, kon zijn ietwat bombastische associaties en gevolgtrekkingen soms nauwelijks volgen, maar was altijd verrast was door zijn intellectuele kennis en stijl.

Datzelfde geldt voor zijn nieuwe boek, met de uitnodigende titel Rampspoed, dat deze week verscheen bij Hollands Diep, in een mooie vertaling van Ed van Eeden en Jaap Verschoor. Vanaf het eerste moment word je meegenomen op een tocht langs epidemieën en eindewereldvoorspellingen uit het verleden, waarbij je zowel historisch als cultureel en politiek wordt gevoed. In zijn boek komt zijn conservatieve kant, waar hij in eigen land tot eigen ongenoegen om bekend staat, (tot nu toe) minder expliciet naar voren.

Ferguson laat zien hoe mensen bij veel rampen medeplichtig zijn aan het grote leed dat is veroorzaakt

Ondanks de titel is het geen somber boek. Wel confronterend: Ferguson laat zien hoe mensen bij veel door de natuur veroorzaakte rampen medeplichtig zijn aan het grote leed dat is veroorzaakt – zo ook in het geval van covid-19, waar hij het vooral op slecht leiderschap gooit.

Lees voor een voorproefje alvast onze voorpublicatie van deze week. Voor mij vormde dit aanleiding om het boek mee te nemen op vakantie en uit te zoeken hoe zijn onvoorspelbare gedachtengang zich dit keer ontwikkelt.


Laten we stoppen met antihomopropaganda

Onlangs was heel Nederland verontwaardigd en sprak het gros van de Europese leiders zich uit tegen de Hongaarse wet die een verbod op ‘homopropaganda’ betekent. Helemaal toen oranjesupporters in Boedapest geen regenboogvlaggen in de fanzone en het stadion mochten meebrengen was het land te klein. Op Facebook kleurden mensen hun profielfoto in alle kleuren van de regenboog en politici en opiniemakers sprake van schande op Twitter. Een kleine symbolische overwinning was dat de reclame-uitingen van verschillende bedrijven wel in de kleuren van de lhbt-gemeenschap op de borden in de Puskás Aréna verschenen.

Lees ook:

Natuurlijk moest er een (symbolische) daad worden gesteld, maar wat heeft al die verontwaardiging opgeleverd? Wordt het niet tijd dat wij, als Nederlandse voetbalsupporters en burgers in het algemeen, onze eigen homofobie onder de loep nemen? Ook op de Nederlandse velden (en straten) worden mensen – en erger nog kinderen – ‘uitgescholden’ voor homo of flikker. Een constante stroom van antihomopropaganda, aldus redacteur Joep Harmsen. Spreek je omgeving aan op homofoob gedrag op, naast en buiten het voetbalveld.

Homofobie pak je niet aan met straffen, maar met voorlichting en zichtbaarheid

Dat is ook precies wat de Mexicaanse journalist Guillermo Osorno voorstelt in dit Spaanstalige opinieartikel in The New York Times. De staat moet het goede voorbeeld geven, door middel van voorlichting en faciliteren van debat. Dat ook Mexico nog een lange weg te gaan heeft, komt tot uiting in de meest gehoorde kreet in de Mexicaanse stadions: puto, oftewel ‘flikker’. Voor Mexicaanse supporters is het een ritueel geworden om bij de uittrap van de keeper van de tegenpartij deze homofobe kreet te brullen.

De FIFA legt inmiddels geldboetes op, en als de Mexicanen ermee doorgaan kunnen ze zelfs uitgesloten worden van het WK in Qatar (of je daar überhaupt heen moet willen is een andere kwestie). Maar volgens Osorno verandert dat niets: homofobie pak je niet aan met straffen, maar met voorlichting en zichtbaarheid. Er is een mentaliteitsverandering nodig, zodat als de volgende keer iemand in het stadion iets homofoobs schreeuwt, de rest van de supporters hem (of haar) erop aanspreekt.

veel gelezen
Geen tijd om 943 kranten wereldwijd bij te houden?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.
Onze nieuwsbrief wordt wekelijks verstuurd.
inschrijven