The Economist
| Londen | Charlemagne | 05 februari 2020Stereotypen, hoe onjuist ze vaak ook zijn, hebben nut in Brussel, beweert een journalist van The Economist. ‘In een blok van 28 landen en meer dan 500 miljoen inwoners zijn grove karakteriseringen soms gewoon erg handig.’
De Brusselse bubbel is een kosmopolitische plek. Haar bewoners zijn over het algemeen bereisd en spreken vloeiend een handvol talen. Vaak zijn ze getrouwd met iemand uit een ander land. Hun kinderen sturen ze naar internationale scholen, waar het gekrijs op het schoolplein bestaat uit flarden Frans, Engels, Pools en nog zo wat talen. Op zo’n plek verwacht je dat nationale stereotypen het zwaar hebben, omdat iedereen zo langzamerhand wel aan elkaar gewend is geraakt. Niets is minder waar: eurocraten, diplomaten en hun aanhang wentelen zich in stereotypen waar een schrijver van televisiekomedies uit de jaren zeventig het schaamrood van op de kaken zou krijgen.