La Repubblica
| Rome | Francesco Merlo | 24 september 2015Terwijl Rome zucht onder oude Italiaanse kwalen als corruptie en de maffia, schittert burgervader Ignazio Marino door afwezigheid. De stad is zelfs onder curatele gesteld.
Hij is zo vaak afwezig dat zelfs zijn ontslag waarschijnlijk niemand zou opvallen. Vandaar ook dat hij zich verschanst op de Cariben, om zijn memoires te schrijven. Ignazio Marino, de burgemeester van Rome en lid van de Democratische Partij, zou perfect de hoofdrol kunnen spelen in een film van de gebroeders Coen: The Man Who Wasn’t There.
Het lag dan ook voor de hand dat de burgemeester-schrijver niet aanwezig zou zijn toen de ministerraad zich boog over het monumentale rapport van prefect Franco Gabrielli over de maffia in de hoofdstad [het gigantische corruptienetwerk dat afgelopen december werd blootgelegd in Rome]. Premier Renzi zei over hem: ‘De burgemeester is de afwezige die niet kan worden weggestuurd.’ Marino schrijft. Sinds hij burgemeester is, maakt hij elke avond aantekeningen in schriftjes van verschillende kleuren: zwart voor de maffia die hij niet heeft gezien, rood voor de revolutie die hij heeft beloofd, geel voor zijn reizen en ontsnappingen, grijs voor de nare
journalisten, de regenboog voor de aanmoedigingen die hij kreeg uit het buitenland ‘waar ze mij begrijpen en roemen om dezelfde redenen waarom ik in Rome word uitgefloten’. Laten we eerlijk zijn: toen in november 2014 in de wijk Tor Sapienza de rellen tegen de immigranten losbarstten, had de burgervader, die in zijn verkiezingsbijeenkomsten had beloofd Rome om te vormen tot ‘stad van de gastvrijheid’, niets gemerkt en vloog hij zelfs, steeds minder betrokken als hij was bij de realiteit, de volgende ochtend naar Londen terwijl de rellen in alle hevigheid voortwoedden. En tijdens de dagen van ordinary madness toen heel Rome op jacht was naar drie Roma die in [de wijk] Primavalle zeven mensen hadden aangereden en een arme vrouw op slag hadden gedood, was hij in Philadelphia om een eredoctoraat in ontvangst te nemen. En toen de Romeinse politieagenten zich eind vorig jaar massaal ziek meldden, was en bleef Marino in Boston.
Ook voor het recente schandaal rond de protserige begrafenis van maffiabaas Vittorio Casamonica [waarbij onder meer rozenblaadjes uit een helikopter werden gestrooid], is Marino vanzelfsprekend op geen enkele manier verantwoordelijk. Hij had natuurlijk weer zijn terugvlucht gemist, hij was vergeten dat zijn Rome donderdag onder het mes zou gaan voor een openhartoperatie, maar hij is opnieuw onschuldig, net als de hoofdrolspeler uit de film van de gebroeders Coen, die over zichzelf zegt: ‘Ik was een geest. Ik zag niemand. Niemand zag mij.’