The Telegraph
| Londen | Helen Macdonald | 06 september 2015Als de vader van valkenier Helen Mcdonald plotseling sterft, besluit ze een havik te nemen om haar verlies te verwerken. In haar alombejubelde en meermaals bekroonde bestseller H is van havik beschrijft ze hoe ze de felle roofvogel stapje voor stapje tam maakt. Een voorpublicatie.
Drie kwartier ten noordoosten van Cambridge bevindt zich een landschap waaraan ik verknocht ben geraakt. Vochtig veen maakt er plaats voor droge zandgrond. Het is een gebied met kromme naaldbomen, uitgebrande auto’s, door kogels doorzeefde verkeersborden en Amerikaanse luchtmachtbases. Er waren geesten rond: op genummerde bospercelen staan huizen te vervallen. In grasrijke grafheuvels achter vier meter hoge hekken zijn ruimtes gemaakt voor kernraketten die per vliegtuig worden aangevoerd, er zijn tatoeagesalons en er liggen golfbanen voor de Amerikaanse luchtmacht. In het voorjaar is het er een kabaal van jewelste: aanhoudend vliegverkeer, bulderende gaskanonnen op erwtenvelden, boomleeuweriken, vliegtuigmotoren. Het gebied heet de Brecklands – de ‘gebroken gronden’ – en daar belandde ik die ochtend in het vroege voorjaar zeven jaar geleden, tijdens een totaal onverwacht uitstapje. Om vijf uur ’s ochtends had ik naar een rechthoekig vlak straatlicht op het plafond liggen staren, luisterend naar een paar late feestgangers die op de stoep stonden te praten. Ik voelde me raar: hondsmoe, overspannen, een naar gevoel alsof mijn hersenen waren gelicht en mijn schedel een magnetron vol verfrommelde, geblakerde en kortsluitingachtig vonkende aluminiumfolie was. Nnngh, ik moet eruit, dacht ik terwijl ik de dekens wegsloeg. Eruit! Ik schoot een spijkerbroek, laarzen en een trui aan, brandde mijn mond aan gloeiendhete koffie, en pas halverwege de A14 kreeg ik in mijn ijskoude, aftandse Volkswagen in de gaten waar ik naar onderweg was en waarom. Daarbuiten, achter de beslagen voorruit en de witte lijnen, bevond zich het bos. Het ‘gebroken’ bos. Daar ging ik naartoe. Om haviken te zien.