Die Zeit
| Hamburg | 08 oktober 2015Theo Padnos is een oude bekende van 360. Hij werd meer dan twee jaar gegijzeld door het aan Al-Qaida gelieerde Al-Nusrafront, en zijn indrukwekkende relaas was een van onze meest gewaardeerde verhalen van 2014. Daarin noemt hij zijlings de mislukte bekering van medegevangene Matthew Schrier en diens geslaagde ontsnapping. Maar niet hoe zij temidden van het geweld en de voortdurende angst om te worden vermoord, elkaar ook nog eens naar het leven stonden. Die Zeit krijgt de twee zo ver voor één keer over hun incompatibilité te praten. Op één voorwaarde: ze willen onder geen beding samen in een ruimte worden geïnterviewd.
Theo Padnos is Amerikaan, doctor in de literatuurwetenschap, journalist. Een slanke man van 46 jaar met halflang, grijzend haar. Op een warme zomerdag zit hij op een achterplaats in het 11e arrondissement van Parijs. Padnos draagt een korte broek en teenslippers, zijn racefiets heeft hij klaargezet om te gaan trainen. Wielrennen, zijn passie, heeft hem na een gijzeling van 22 maanden in Syrië weer fit gemaakt. Padnos praat zacht, kiest zijn woorden zorgvuldig, meestal in het Engels, maar soms schakelt hij moeiteloos over op het Frans, Duits of Arabisch.