The Guardian
| Londen | Viv Groskop | 26 april 2024Als je ziet hoeveel boeken er zijn gepubliceerd over de typisch Nederlandse ‘kunst van het niksen’, lijkt het een typisch Hollands fenomeen. Maar hoe rijmen we dat met het calvinisme dat Nederlanders met de paplepel is ingegoten? Of zijn die waarden inmiddels veranderd en wordt er tegenwoordig juist veel afgenikst om maar niet overspannen te raken?
Ik sta op het strand van Scheveningen, de bekende badplaats bij Den Haag, en ik ben aan het niksen – het Nederlandse woord voor helemaal niets doen. Ik probeer niet na te denken over de vraag of ik echt niets doe als ik op het strand sta. Misschien kan ik beter gaan zitten? Maar dan zou ik zitten. Hoe kun je het best niksen? Naast me staat Olga Mecking, de auteur van Niksen: Embracing the Dutch Art of Doing Nothing, die het moeiteloos lijkt te kunnen. In de drie jaar sinds haar boek is uitgebracht, is Mecking uitgegroeid tot dé Nederlandse autoriteit op het gebied van helemaal niets doen. Ineens herinner ik me dat er een eindje verderop op de promenade een pannekoekenrestaurant zit. Valt pannekoeken eten onder niksen, of ben je dan te veel met iets bezig? Misschien ben ik niet in de wieg gelegd om te niksen.