The Atlantic
| Boston | Uri Friedman | 16 september 2016Een stoel brengt op unieke wijze mode en functionaliteit samen. In de loop der jaren zijn ze niet per se ‘beter’ geworden. Maar hoe we willen zitten, en waar we op willen zitten, zegt veel over ons.
Daar stond ik dan, voor mijn interview met de architect Witold Rybczynski, over zijn nieuwe boek, een overzicht van de stoel en zijn vijfduizend jaar oude geschiedenis. Ik interviewde Rybczynski vanachter een stabureau. Vlak naast me stond een zeer gerieflijke bureaustoel met allerlei moderne snufjes, zoals een pneumatisch in hoogte verstelbaar zitvlak en kunststof armleuningen. Maar die stoel lonkte niet echt, misschien omdat de American Heart Association net mijn plezier in stoelen had vergald met het advies om minder te zitten en meer te bewegen, ter voorkoming van diabetes en hart- en vaatziekten. Ik vroeg Rybczynski of hij van mening was dat de stoel werd gedemoniseerd in het tijdperk van het stabureau en de zitbal.