De vrouw die haar verhandelaar voor de rechter sleepte

© PIUS UTOMI EKPEI / AFP

The Guardian

| Londen | Ottavia Spaggiari | 03 juli 2021

Duizenden jonge vrouwen verlaten elk jaar Nigeria vanwege de belofte op een goede baan in Europa, waar ze vervolgens in de prostitutie worden gedwongen om hun schulden af te betalen. In 2016 bundelde een groepje vrouwen de krachten met rechercheurs en hulpverleners in Italië en brachten de mensenhandelaars voor het gerecht.

Dit artikel ontving de tweede prijs in de categorie Distinguished Reporting van de European Press Prize 2021.

Susan bevond zich net drie dagen op Italiaanse bodem toen ze op 23 juli 2015 met tientallen andere nieuwkomers werd afgevoerd naar een lawaaiig, overvol detentiecentrum in Rome, waar ze te horen kreeg dat ze teruggestuurd zou worden naar Nigeria. Sommige vrouwen schreeuwden van woede, anderen begonnen te huilen. Susan deed er het zwijgen toe. Teruggaan was geen optie.

Susan had zich dat voorjaar laten overhalen de reis naar Italië te maken door een Nigeriaanse vrouw, Ivie, die ze had ontmoet in haar dorp in Edo, een zuidelijke deelstaat van Nigeria. Ivie wilde de kosten van haar reis naar Europa wel voorschieten en stelde haar daar normaal werk in het vooruitzicht. In een traditionele juju-ceremonie bij een priester had Susan gezworen de vrouw terug te betalen en haar trouw te zijn. En eenmaal aangekomen in Italië wist Susan dat het vreselijke gevolgen zou hebben als ze haar schuld niet afloste.

Een advocaat van een hulporganisatie hielp Susan met het indienen van een asielaanvraag, zodat ze voorlopig in het land kon blijven, en na enkele weken detentie werd ze overgebracht naar een asielzoekerscentrum in Midden-Italië om de behandeling van haar aanvraag af te wachten. Korte tijd later werd ze daar opgehaald door Ivie, die haar meenam naar een appartement in Prato, buiten Florence. Daar woonden al vier andere Nigeriaanse vrouwen. Een van hen gaf Susan een paar hooggehakte schoenen en een kort rokje. ‘Kom mee,’ zei ze, ‘we moeten aan het werk.’

DO 2.1 1 1

Susan dacht dat het een grapje was. Er was haar werk beloofd als babysitter of caissière in een Italiaanse supermarkt. ‘Ze hadden niet gezegd dat ik hier de prostitutie in moest,’ zegt Susan. Maar de andere vrouwen lachten niet. Toen ze tegensputterde, herinnerde Ivie haar eraan dat zij voor de reis had betaald, en of ze wel wist hoeveel geld ze haar schuldig was. Als ze dat niet terugbetaalde of iemand erover vertelde, zouden haar moeder en haar broers thuis gevaar lopen. ‘Ik moest huilen,’ zegt Susan. ‘De andere meiden zeiden: Het went wel. Maar ik zei: Ik zal hier nooit aan wennen.’

Susans overlevingsstrategie was om de mannen op zoek naar seks te ontlopen en zo weinig mogelijk te werken

Vrije dagen had ze niet. Susan werd geen moment alleen gelaten, maar voelde zich wel heel alleen. Ivie had een hiërarchie ingevoerd die verhinderde dat de meisjes een band met elkaar kregen. Hillary, een andere jonge vrouw uit Edo, had tot taak om de meisjes in de gaten te houden en aan het eind van de nacht hun geld op te halen. Susans overlevingsstrategie was om de mannen op zoek naar seks te ontlopen en zo weinig mogelijk te werken. In januari verdiende ze maar 420 euro. Uit woede over die lage opbrengst sloeg Ivie haar zo hard dat Susan bang was in één oog het zicht te verliezen.

Eind januari, vijf weken nadat Susan in Prato was aangekomen, werd ze op een dag naar een andere stad in het noorden van Italië gebracht. Ivie hield toezicht op afstand, ze belde haar vaak, en haar nieuwe madam wilde meer geld zien. ‘Ik kon zo niet doorgaan. Elke nacht daar in de regen, elke dag opnieuw,’ zegt Susan. En het ergste was nog wel dat haar familie in Nigeria niet eens geholpen was met het offer dat zij bracht. ‘Ik mocht geen geld naar huis sturen.’

Altijd een stap voor

Sinds 2015 zijn er ongeveer 21.000 Nigeriaanse vrouwen en meisjes in Italië aangekomen. De Internationale Organisatie voor Migratie van de VN meldde in 2017 dat 80 procent daarvan mogelijk slachtoffer was van vrouwenhandel, maar die cijfers zijn lastig te verifiëren. Italië is het toneel van een brute cyclus van uitbuiting waarbij voormalige slachtoffers van vrouwenhandel na jaren van gedwongen prostitutie zelf vrouwenhandelaars zijn geworden, de zogeheten madams. Ze halen soms zelf nieuwe vrouwen naar Italië om hun schuld aan vrouwenhandelaars af te betalen en zelf niet meer te hoeven tippelen, of zijn al zo lang uitgebuit dat ze in het uitbuiten van anderen de enige mogelijkheid op een beter leven zien.

De slachtoffers durven meestal niet naar buiten te treden en de vrouwenhandelaars blijven meestal buiten beeld. In het VN-Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, een cruciaal juridisch instrument in de strijd tegen mensenhandelaars en de bescherming van hun slachtoffers, staat dat slachtoffers van mensenhandel een tijdelijke of permanente verblijfsstatus moet worden aangeboden. Italië was een drijvende kracht achter dit verdrag, dat in december 2000 in Palermo werd ondertekend. Maar door de komst van steeds meer migranten waait er inmiddels een nieuwe politieke wind in het land.

In 2009 werd het in Italië strafbaar om zonder visum het land in te komen, en uit vrees om te worden opgepakt gaan illegale migranten nu ondergronds. Slachtoffers van mensenhandel worden bij immigratiecontroles zelden als zodanig herkend. En als ze er al worden uitgepikt als potentieel slachtoffer, dan kunnen de meeste vrouwen bij ondervraging nauwelijks informatie geven over hun reis. ‘Ze weten niet meer wat de naam is van de stad waarnaar ze werden overgebracht, dus wordt hun verhaal niet geloofwaardig geacht,’ zegt Carla Quinto, een advocaat die voor hulporganisatie Be Free werkt.

En als er wel geloof wordt gehecht aan hun verhaal, is het nog lastig om voor de drie hoofdelementen van mensenhandel – ronseling, verplaatsing en uitbuiting – voldoende bewijs te verzamelen: door moeizame internationale samenwerking met de politie uit de landen van herkomst, door het gebrek aan medeleven en steun bij veel medewerkers van politie en justitie in Italië, en doordat de Nigeriaanse misdaadgroeperingen die de smokkel organiseren zich soms door de lokale maffia laten beschermen. Het justitieel onderzoek is complex en vaak traag, terwijl de vrouwenhandelaars snel handelen, hun slachtoffers vaak laten verkassen en hun geregeld nieuwe telefoonnummers geven. ‘De misdaadorganisaties zijn ons altijd een stap voor,’ zegt Quinto.

Be Free

Maar in februari 2016 startte de in georganiseerde misdaad gespecialiseerde magistraat Angela Pietroiusti een onderzoek dat wars was van vooroordelen en waarbij de expertise van de anti-maffia-eenheden werd ingezet tegen de vrouwenhandel. In een bestek van één jaar legde ze een geraffineerd netwerk bloot van mensenhandelaars die Afrikaanse meisjes en jonge vrouwen ronselden en naar Europa brachten en die actief waren in Nigeria, Libië, Italië, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.

Doorslaggevend voor dit onderzoek waren de gedetailleerde aantekeningen en foto’s die één vrouw stiekem had verzameld, uit woede dat ze tot prostitutie werd gedwongen. Die vrouw was Susan.

Francesca De Masi brengt al sinds 2008 elke week een bezoek aan het detentiecentrum voor vrouwen in Ponte Galeria, in het zuidwesten van Rome. Zij moet onder de gedetineerden de slachtoffers van mensenhandel proberen te vinden, om hun advies en juridische hulp aan te bieden en te zorgen dat ze naar een opvanghuis kunnen. Elke woensdag installeert ze zich er met haar team van Be Free in de bibliotheek, een donkere ruimte met weinig boeken en veel muggen. Soms spreken ze zelf vrouwen aan in de gangen van het detentiecentrum, soms komen de vrouwen op eigen houtje naar de bibliotheek om een praatje te maken. De eerste minuten van elk gesprek zijn cruciaal. Vrouwelijke mensenhandelaars kunnen er samen met hun slachtoffer in detentie zitten. ‘We kunnen niet openlijk zeggen dat we van een organisatie tegen mensenhandel zijn,’ zegt De Masi.

Om de andere week is ook Quinto van de partij, de strafpleiter van Be Free, om vrouwen te helpen die aangifte willen doen tegen een mensenhandelaar. Quinto en De Masi zijn allebei fervente rokers en vertonen in hun omgang met elkaar de aanhankelijke, nietsontziende vertrouwelijkheid van twee zussen. Quinto praat alsof ze altijd haast heeft. ‘Soms geef ik haar onder tafel een schop,’ lacht De Masi. Dan weet Quinto dat ze even rustig aan moet doen. ‘Sommige vrouwen hebben wat tijd nodig om zich bloot te geven.’

Toen De Masi in juli 2015 hoorde over zesenzestig jonge Nigeriaanse vrouwen die al binnen enkele dagen nadat ze per boot in Zuid-Italië waren aangekomen naar dit detentiecentrum in Rome waren overgebracht, had ze haar autosleutels van tafel gegrist en was de deur uit gesneld. Het werd een dag zoals ze nog nooit had meegemaakt. De vrouwen waren doodsbang. Susan was een van hen, ze was uitgeput maar vastbesloten om zich niet het land te laten uitzetten. Ze zaten met veel te veel vrouwen in een veel te warme ruimte. Om zich verstaanbaar te maken boven het paniekerige rumoer, klommen De Masi en andere hulpverleners op een tafel en vroegen luid roepend om aandacht. Ze legden uit dat ze alle vrouwen afzonderlijk wilden spreken.

Toen Susan aan de beurt was, vroeg De Masi: ‘Wie heeft je hier gebracht?’

‘Niemand,’ zei Susan beslist. Ze had trouw gezworen aan Ivie, de vrouw die ze in Edo had ontmoet. Ze wist toen nog niet wat Ivie voor haar in petto had. Susan was er vooral op gebrand in Italië te blijven en haar beschermvrouw buiten schot te houden.

Nadat ze vergeefs had geprobeerd meer over Susan te weten te komen, hielpen De Masi en de immigratieadvocaat haar een asielaanvraag in te dienen. Dat behoedde Susan voor uitzetting, maar omdat ze niet wilde toegeven dat ze in Nigeria door mensenhandelaars was geronseld, moest ze in het detentiecentrum blijven tot ze een maand later voor de asielcommissie zou verschijnen. Daarna zou ze worden overgebracht naar een asielzoekerscentrum.

De Masi was bang dat ze in dat asielzoekerscentrum zou worden opgehaald door haar mensenhandelaar. Opvangcentra voor volwassen asielzoekers zijn trefpunten geworden voor mensenhandelaars en hun slachtoffers. Er zijn zelfs gevallen bekend van vermeende mensenhandelaars die er doodgemoedereerd binnenlopen om iemand op te halen.

GettyImages 75462155 klein 1
Nigeriaanse vrouw praten buiten een van de zes Via Anelli-flatgebouwen in Padua, Noord-Italië. Het vervallen landgoed Via Anelli is na rellen tussen rivaliserende bendes en criminele activiteiten met drugs en prostitutie omringd met een stalen muur. De hoogbouwflats werden in de jaren tachtig gebouwd voor studentenhuisvesting, maar huisvesten nu enkele honderden immigranten, voornamelijk Afrikaanse. – © Giuseppe Cacace / Getty Images

De vrees van De Masi werd bewaarheid. Eenmaal in het opvangcentrum bemachtigde Susan een telefoon en nam contact op met Ivie. Na twee maanden haalde Ivie haar daar met de auto op. En toen verdween Susan van de radar.

In Prato belandde Susan in een nachtmerrie. Ivie was woedend dat ze zo weinig geld in het laatje bracht en brulde: ‘Je bent geen serieus meisje.’ Ze moest elke dag van vijf uur ’s middags tot drie uur ’s nachts de straat op, in de kou en de regen. Vrije dagen had ze niet. Koorts of ongesteldheid waren geen excuus, werken moest ze.

Uit woede dat ze zo was voorgelogen besloot Susan haar nieuwe leven in Italië vast te leggen. Ze begon met haar telefoon foto’s te maken van het appartement waar ze werd vastgehouden en ze maakte zelfs stiekem een paar foto’s van Ivie. Ze hield telefoonnummers bij en maakte aantekeningen over wat haar overkwam. Ze wist nog niet of ze er ooit iets mee zou kunnen, maar ze wilde bewijs verzamelen van wat ze te verduren had. Ivie had haar een notitieboekje gegeven waarin ze moest opschrijven hoeveel geld ze elke week aan Ivie gaf en wat ze haar nog schuldig was. Dat boekje was bedoeld als een bewijs van Susans schuldslavernij en om haar eraan te herinneren dat hoe meer klanten ze afwerkte en hoe meer geld ze verdiende, des te sneller ze zogenaamd haar vrijheid zou herwinnen. Maar Susan gebruikte het om haar ervaringen vast te leggen. Elke transactie die ze erin noteerde was een bewijs van wat ze te verduren had.

Er vandoor

Toen Susan in januari 2016 naar een andere stad in Noord-Italië was gebracht, bleef ze zoveel mogelijk details vastleggen. Aanvankelijk stond ze daar onder streng toezicht van een nieuwe madam, maar toen die na een week op reis ging naar Nigeria, kreeg ze te maken met een vrouw die minder strikt was. ‘Toen besloot ik er vandoor te gaan,’ zegt Susan.

Begin februari stopte ze op een ochtend haar telefoon en notitieboekje in een handtas en zei dat ze een afspraak met een klant in een naburig stadje had. In plaats daarvan liep ze naar het station met het plan om de trein naar Rome te nemen. Ze had de contactgegevens nog van de immigratieadvocaat die ze in juli 2015 had gesproken in het detentiecentrum in Ponte Galeria. Bij het station deed Susan haar best om niet op te vallen, doodsbang dat iemand haar zou herkennen. Maar ze had geen geld en moest bij vreemden bedelen om een kaartje te kunnen kopen.

Toen ze eindelijk in de trein zat, ging haar telefoon over. Zowel Ivie als de nieuwe madam probeerde haar te bereiken. Als ze hen bleef wegdrukken, zouden ze beseffen dat er iets niet in de haak was, wist Susan. Ze was vooral bang dat ze wraak zouden nemen op haar moeder. Ze moest een goed excuus bedenken. Toen ze uiteindelijk opnam, zei ze tegen Ivie dat ze niet kon praten omdat ze was opgepakt door de politie. Toen de madam belde, zei ze hetzelfde. Toen gooide ze haar simkaart weg en hoopte maar dat ze haar geloofden en haar en haar familie verder met rust zouden laten.

‘Susan is terug.’ De immigratieadvocaat hing aan de lijn met De Masi. Susan was in Rome aangekomen en had nog voor het vallen van de avond bij haar kantoor aangeklopt. ‘Ze kan nergens heen.’ Binnen een uur was De Masi op het kantoor van de advocaat. Er waren vijf maanden verstreken en ze zagen hier een heel andere Susan dan het stroeve en gesloten meisje dat De Masi in het detentiecentrum had gesproken. ‘Ze was woedend dat ze in gevaar was gebracht door iemand op wie ze had vertrouwd,’ zegt De Masi. Nu wilde Susan wel praten. Ze wilde gerechtigheid. ‘Ze was ziedend,’ zegt De Masi.

Ze nam Susan mee en bracht haar onder in een opvanghuis. In de weken daarna begon ze haar verklaring af te nemen. Susans informatie was gedetailleerd, betrouwbaar en goed gedocumenteerd. ‘Ze had een kopie van haar notitieboekje, foto’s, namen en persoonlijke informatie over haar vrouwenhandelaars,’ zegt De Masi. Aangifte doen kan slachtoffers van vrouwenhandel een beetje het gevoel geven dat ze hun leven weer in eigen hand hebben, aldus De Masi. Carla Quinto wijst erop dat het ook bescherming biedt: als een vrouw aangifte heeft gedaan, zal de politie sneller ingrijpen tegen een mensenhandelaar die haar bedreigt.

Van de zeventig zaken waar Be Free zich elk jaar over buigt, komt het in hooguit drie gevallen tot een rechtszaak, en dan nog bijna nooit voor mensenhandel of slavernij

Maar zelfs met het door Susan verzamelde bewijsmateriaal zou het nog moeilijk worden om haar uitbuiters te vervolgen, wisten De Masi en Quinto. Van de zeventig zaken waar Be Free zich elk jaar over buigt, komt het in hooguit drie gevallen tot een rechtszaak, en dan nog bijna nooit voor mensenhandel of slavernij. De aanklacht wordt meestal geseponeerd of afgezwakt tot uitbuiting of prostitutie, een veel lichter vergrijp. ‘De meeste verdachten worden uiteindelijk berecht voor lichtere vergrijpen die makkelijker te bewijzen zijn,’ legt Quinto uit.

Dat het zo moeilijk is om mensenhandelaars te vervolgen is een wereldwijd probleem. Volgens een schatting van de Internationale Arbeidsorganisatie telt de wereld momenteel zo’n veertig miljoen slachtoffers van moderne slavernij – meer dan de bevolking van Canada. Maar wereldwijd komen er jaarlijks nog geen twaalfduizend gevallen van mensenhandel voor de rechter, met nog geen tienduizend veroordelingen tot gevolg.

Een van de redenen waarom het zo moeilijk is om mensenhandelaars veroordeeld te krijgen, is dat het bij deze misdaad doorgaans om grote aantallen criminelen gaat die actief zijn in verschillende rechtsgebieden. Op elke fase van haar reis naar Europa was Susan vervoerd door weer een andere groep tussenpersonen die hun operaties telefonisch afstemden met Ivie, haar madam in Italië. In Libië had Susan twee weken opgesloten gezeten in een provisorische gevangenis vol mensen die zaten te wachten op de oversteek naar Europa. De madam belde regelmatig met de Nigeriaanse en Arabische mannen door wie ze daar werden bewaakt. Door de gebrekkige samenwerking met autoriteiten in Nigeria, Niger en Libië is het onmogelijk om onderzoek in te stellen, laat staan tot vervolging over te gaan van de tussenpersonen die bij de smokkel van Susan waren betrokken.

Vanaf 2014 is het aantal politieonderzoeken naar vrouwenhandel in Italië scherp gedaald, terwijl het aantal Nigeriaanse vrouwen en meisjes dat er zonder visum aankomt juist omhoog schoot. Volgens een rapport dat het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken in juni 2020 publiceerde, zijn er in Italië in 2019 nog maar 135 onderzoeken naar iemand ingesteld wegens mensenhandel, tegen 314 in 2018 en 482 in 2017. In het rapport wordt gesteld dat de Italiaanse autoriteiten ‘niet voldeden aan de minimumeisen voor het uitbannen van mensenhandel’. Een van de problemen is het tekort aan West-Afrikaanse tolken die afgeluisterde telefoongesprekken kunnen vertalen. Maar hulpverleners die met de slachtoffers werken, denken dat er bij justitie ook weinig interesse bestaat voor de vervolging van mensenhandelaars, mede omdat de slachtoffers merendeels zwarte vrouwen zijn.

De Masi werkt al meer dan twintig jaar voor Be Free en denkt dat die hardvochtige houding van de autoriteiten tegen migranten niet alleen iets van de laatste tijd is. Toen na de Balkanoorlog de georganiseerde misdaad in het postcommunistische Oost-Europa in opkomst was, zagen De Masi en haar collega’s ook een toename van de handel in vrouwen. Juist de politie haalde toen vaak vrouwen van de straat en bracht ze naar het opvanghuis. Maar in 2009 kwam de rechtse regering van Berlusconi met strengere wetgeving tegen illegale migranten en begon de politie zich anders op te stellen tegen slachtoffers van vrouwenhandel. ‘Voor de politie had het geen prioriteit meer om slachtoffers hulp te bieden en naar een hulporganisatie of opvanghuis te brengen,’ zegt De Masi. ‘Alles was er toen op gericht om te controleren of de vrouwen een verblijfsvergunning hadden. De criminalisering van migratie werd hun prioriteit.’

Averechts

Hoe gevaarlijk het voor getuigen en hun familie ook is, in het Italiaanse systeem is het aan de slachtoffers zelf om aangifte te doen tegen de mensenhandelaar. Dat kan hun familie in het thuisland blootstellen aan vergelding. Italië en Nigeria hebben wel een overeenkomst gesloten waardoor de Italiaanse politie de Nigeriaanse autoriteiten kan inseinen, zodat zij bescherming kunnen bieden aan de familie van een slachtoffer dat aangifte heeft gedaan, maar in de praktijk komt daar weinig van terecht. Alle keren dat De Masi zo’n verzoek tot bescherming indiende, werd er door de betreffende Nigeriaanse instantie niets mee gedaan. Van Quinto’s cliënten zijn al verschillende familieleden belaagd, en van één vrouw is de moeder vermoord.

In maart 2016, ongeveer een maand nadat Susan naar Rome was gevlucht, stuurde Ivie een paar mannen langs bij het huis van haar moeder in Nigeria. Die sloegen haar in elkaar en gaven haar een boodschap voor Susan: ‘Ga terug naar je madam.’ Maar daarmee bereikten ze precies het tegenovergestelde. Toen Susan het van haar moeder hoorde, sterkte het haar alleen maar in haar voornemen. Ze zag aangifte als de enige manier om terug te slaan en haar familie te beschermen.

In mei van dat jaar werd er namens Susan aangifte gedaan tegen Ivie. De Masi en Quinto wisten dat de kans klein was dat Susan gerechtigheid zou krijgen. De uitkomst hangt volgens Quinto vaak af van de houding van de aanklager op wiens bureau de zaak toevallig belandt. Eerdere aangiftes waren al weggewuifd door politieagenten, onderzoeksrechters en openbaar aanklagers die de verhalen van de vrouwen niet serieus namen of de zaak lieten aanslepen omdat het zo moeilijk is genoeg bewijs te verzamelen voor een veroordeling. Maar ditmaal hadden ze geluk.

Haar dossier belandde op de burelen van de antimaffia-afdeling in Florence, niet ver van de plek waar Susan voor het eerst tot prostitutie was gedwongen. Omdat zaken met mensenhandel zo complex zijn, ressorteren ze in Italië onder de lokale antimaffia-afdelingen – speciale eenheden die het Openbaar Ministerie begin jaren negentig in het leven heeft geroepen om justitiële onderzoeken naar de georganiseerde misdaad in Italië te coördineren.

De vrouw die zich over haar dossier boog, was een ervaren aanklager, Angela Pietroiusti. Zij had vijf maanden eerder net een onderzoek naar vrouwenhandel in Toscane ingesteld en daarbij opdracht gegeven het appartement in Prato te observeren waar Ivie haar meisjes onderbracht. Ze legde een dossier aan door de activiteiten van de vrouwen in kaart te brengen, maar ze had inzicht nodig in de communicatie tussen de mensenhandelaars.

‘De informatie uit Susans aangifte strookte volledig met wat wij in ons onderzoek vaststelden,’ zegt Pietroiusti. ‘Ze was enorm betrouwbaar. Ze gaf ons het telefoonnummer van haar madam en de namen van de andere meisjes.’ Als een van de weinige aanklagers die zich met vrouwenhandel bezighouden, kon Pietroiusti de link leggen tussen Susans aangifte en het onderzoek dat ze al had opgestart. Dankzij Susans gedetailleerde informatie kreeg Pietroiusti in juni 2016 toestemming om telefoons af te luisteren.

‘Mensenhandelzaken zijn net zo complex als maffiazaken’

‘Mensenhandelzaken zijn net zo complex als maffiazaken,’ zegt Pietroiusti als ik haar spreek in haar werkkamer met uitzicht op Florence, waar ik in de verte de koepel van Brunelleschi en de Toscaanse heuvels kan zien. Pietroiusti is begin zestig en draagt een vrolijk blauw topje met glitters – een schril contrast met de metaaldetectors bij de ingang van het gebouw en de beveiligers bij haar deur, kille verwijzingen naar de gevaren van haar werk. Ze kent nog alle namen van de slachtoffers in de zaken waaraan ze gewerkt heeft, en die van hun uitbuiters.

Nadat de taps waren gezet, heeft Pietroiusti samen met de rechercheurs en vertalers honderden uren gestopt in het verzamelen van de bewijslast. Het was moeilijk om mensen te vinden die van het Igbo in het Italiaans konden vertalen. De Nigeriaanse gemeenschap in Italië is niet zo groot en de meeste nieuwe migranten willen zichzelf en hun verwanten geen problemen op de hals halen. ‘Maar we hebben er toch een paar gevonden,’ zegt Pietroiusti glimlachend.

Uit telefoontaps en observatie van de verdachten kwam naar voren dat Ivie deel uitmaakte van een internationaal netwerk. Samen met andere madams stuurde ze jonge, soms zelfs minderjarige vrouwen naar verschillende Europese landen. Uit het onderzoek bleek ook dat Ivie zelf eerst een paar jaar als sekswerker op straat had gewerkt voordat ze madam werd. Ze had een bloeiend bedrijf opgezet en haar dochter van vierentwintig geleerd om het voor haar te runnen, om dus vrouwen van haar eigen leeftijd en jonger uit te buiten. Bij het onderzoek kwamen zes tot tien verdachten in beeld, maar in januari 2017 werden slechts vier madams, onder wie de dochter van Ivie, in staat van beschuldiging gesteld wegens het van Nigeria naar Italië smokkelen van zeventien jonge vrouwen en meisjes.

Het had Pietroiusti een jaar gekost om genoeg bewijs te verzamelen voor een verzoek tot een arrestatiebevel, en het zou nog eens twee jaar duren voordat de rechter dat ondertekende. Toen de vier madams eenmaal werden opgepakt, waren er al drie jaar verstreken sinds Susans aangifte. Complexe zaken zoals mensenhandel laten rechters vaak liggen, verzucht Pietroiusti, omdat het zoveel tijd en moeite kost om ze te beoordelen. In Susans zaak ging het om duizenden pagina’s belgegevens en uitgeschreven gesprekken. ‘Ik ben ook niet vrij van zonden,’ zegt Pietroiusti. ‘Maar bij alle verzoeken die ik krijg, probeer ik voorrang te geven aan zaken waarbij de menselijke waardigheid in het geding is.’

De getuigen in dit soort zaken hebben behoefte aan zowel fysieke bescherming – ze wonen vaak in opvanghuizen op geheime adressen – als emotionele ondersteuning. Sommige slachtoffers zijn zo bang voor hun uitbuiters dat ze ontkennen dat ze zijn verhandeld en tot prostitutie gedwongen, zelfs als ze met hun neus op de bewijzen worden gedrukt. Hun verhoor vergt tact en een uitgekiende strategie. Om het voor hen minder traumatisch te maken legt Pietroiusti soms grote afstanden af om ze te kunnen spreken op hun geheime opvangadres, waar ze zich veiliger voelen. En ze heeft als vuistregel: alleen vragen stellen als dat strikt noodzakelijk is. ‘Hoe minder het op een verhoor lijkt hoe beter,’ zegt ze. ‘Het is zwaar voor ze.’ Volstrekte geheimhouding is ook geboden. ‘Je kunt ze nog zo op het hart drukken om er niet over te praten, het blijven meisjes – ze kunnen iets laten vallen tegen een vriendin, en dan gaat het rondzingen dat er een onderzoek loopt.’

Dat de slachtoffers illegaal in Italië zijn en de politie niet vertrouwen, maakt ze des te afhankelijker van hun uitbuiters

Behalve uit de getuigenverklaringen bleek ook uit de telefoontaps met hoeveel geweld de slachtoffers dagelijks te maken krijgen. Eén minderjarig meisje, Marianne, werd onder bedreiging van een vuurwapen verkracht door een klant – een man die zich had voorgedaan als rechercheur – en vervolgens gedwongen een abortus te ondergaan. Ze was in 2016 naar Italië gesmokkeld door dezelfde vrouw die Susan had gehaald. En haar madam was kwaad dat Marianne zo weinig verdiende: ‘Je bent niet naar Europa gekomen om te spelen!’ beet ze haar toe in een door de politie opgenomen telefoongesprek.

Toen Pietroiusti besefte dat Marianne minderjarig was, liet ze haar in augustus 2016 aanhouden door de politie en overbrengen naar een opvangcentrum voor minderjarigen, terwijl het onderzoek naar de andere vrouwen doorliep. Maar Marianne, bang en alleen, liep weg uit de opvang en ging terug naar haar madam, de enige volwassene die zij in Italië kende. Dat de slachtoffers illegaal in Italië zijn en de politie niet vertrouwen, maakt ze des te afhankelijker van hun uitbuiters.

Marianne werd een tweede keer aangehouden en weer naar een opvanghuis gebracht, maar sloeg ook nu weer op de vlucht. Hierna stuurde de madam haar naar Frankrijk, samen met een ander minderjarig meisje – ze had het over ‘de kleintjes’, zegt Pietroiusti. Toen er eenmaal een arrestatiebevel tegen de vier Nigeriaanse vrouwenhandelaars werd uitgevaardigd, waren die meisjes al spoorloos.

Zulke zaken gaan je niet in de koude kleren zitten, zegt Pietroiusti. ‘Je ligt er wakker van.’

De Masi keek ervan op toen ze hoorde dat Susans bewijsmateriaal uiteindelijk tot arrestaties had geleid. ‘Het was alweer zo lang geleden, ik dacht dat de zaak geseponeerd was,’ zegt ze. In juli zou een eerste hoorzitting plaatsvinden en Susan nam de trein naar Florence. Ze was nerveus maar vastberaden. Het was een opluchting om op het station te worden opgewacht door De Masi en Quinto.

Be Free huurde een appartement waar Quinto haar kon helpen zich op het getuigenverhoor voor te bereiden. De advocaat regelde het belangrijkste: dat de vrouw door wie Susan was uitgebuit haar niet te zien zou krijgen. De rechter zou de getuigen in de rechtszaal ondervragen, maar de verdachten zouden de zitting via een videoverbinding volgen vanuit een andere ruimte in de rechtbank. De getuigen zouden alleen op de rug worden gefilmd.

‘Jij verdient de prinsessenkamer,’ zei De Masi tegen Susan, en ze gaf haar de grootste kamer in het appartement, met een groot tweepersoonsbed en tv. Susan moest lachen, blij met de privacy en het comfort van het appartement. Ze had jaren in een opvangtehuis gezeten, waar ze haar kamer, de badkamer en de keuken met andere vrouwen moest delen. Voordat ze ging slapen, nam ze nog een paar selfies met De Masi en Quinto. ‘Het was leuk om daar met hen tweeën te zitten, ze zijn zo grappig,’ zegt Susan lachend, en dat doet me denken aan iets wat ik Quinto, met haar kortgeknipte grijszwarte haren en haar eeuwige spijkerbroek en gympen, vaak hoor zeggen: ‘Cliënten mogen mij wel omdat ik er niet uitzie als een advocaat.’

‘Ik moet succesvol zijn’

Op de ochtend van de hoorzitting droeg Susan een fleurig T-shirt met de tekst: ‘Ik moet succesvol zijn.’ Negen slachtoffers zouden op de zitting verklaringen afleggen. Om te voorkomen dat ze hun uitbuiters zouden tegenkomen, liet Pietroiusti hen de zitting afwachten in haar werkkamer. Toen de andere slachtoffers arriveerden, werd Susan in gedachten teruggevoerd naar haar eenzame, hopeloze tijd bij die meisjes in huis. Vooral bij het zien van Hillary raakte ze van slag. ‘Zij is slecht,’ zei ze tegen De Masi, terugdenkend aan hoe Hillary haar en de andere meisjes onder de duim hield. De Masi zei tegen Susan dat Hillary volgens haar net zo goed een slachtoffer was.

Hillary had als enige haar schuld van dertigduizend euro afbetaald. Haar madam had de laatste aflossing gevierd met een verzoek om nog tweeduizend euro, als ‘gift’, en het aanbod dat Hillary daarna zelf madam kon worden. Hillary’s vader, die in Nigeria woonde, had met Ivie samengespannen en zowel zijn dochter als andere meisjes voor haar geronseld. Uit het onderzoek kwam naar voren dat hij Hillary onder druk had gezet om overuren te maken, zodat ze haar schuld kon afbetalen en zelf madam kon worden – een stap die ze nooit heeft gezet.

Terwijl Susan zat te wachten tot ze aan de beurt was om een verklaring af te leggen, liep de spanning in de kamer op. Een van de slachtoffers kreeg enorme hoofdpijn. ‘Het is de juju!’ schreeuwde ze. Ze was ervan overtuigd dat ze gestraft werd omdat ze op het punt stond haar madam te verraden, aan wie ze in Nigeria trouw had gezworen. Het traditionele juju-ritueel is angstaanjagend en houdt de meisjes nog lang nadat ze uit hun land zijn vertrokken in de ban. ‘Het gebruik van deze oeroude, van generatie op generatie overgeleverde geloofssystemen is een vorm van psychische dwang die veel sterker is dan geweld,’ tekende The Guardian in 2017 op uit de mond van prinses Inyang Okokon, hoofd van de hulporganisatie PIAM Onlus.

De andere vrouwen begonnen ook bang te worden en De Masi haalde haar telefoon tevoorschijn. In 2018 had ze in de Nigeriaanse deelstaat Edo twee maanden onderzoek gedaan naar de strijd die in het land zelf tegen mensenhandel werd gevoerd. In het kader daarvan had Oba Ewuare II, de spirituele leider van het koninkrijk Benin, dat jaar een gewijde ceremonie uitgevoerd om alle vervloekingen waarmee de schuldslavernij was bezegeld te verbreken en de slachtoffers van hun eed te verlossen. De Masi had dat gefilmd en liet haar opname van de ceremonie aan de meisjes zien. ‘Toen kwam iedereen tot bedaren,’ zegt ze.

Susan beefde toen ze aan de beurt was om voor de rechter te verschijnen, maar ze was snel over haar zenuwen heen. ‘Ik begon de waarheid te vertellen, daar werd ik zo ontspannen van,’ zegt ze. Het was alsof er een last van haar afviel.

‘Het voelde alsof dit niet alleen gerechtigheid was voor Susan, maar voor alle vrouwen met wie we hadden gewerkt’

Het proces zou vijf maanden later plaatsvinden, op 13 december 2019. De verdachten hadden gekozen voor een snelrechtproces — een instrument om de rechtsgang te versnellen, waarbij de verdachte in geval van een veroordeling kans maakt op strafvermindering. Het hele proces zou maar één dag duren. De slachtoffers hoefden de zitting niet bij te wonen, maar De Masi en Quinto gingen wel kijken hoe de vrouwenhandelaars die zoveel leed hadden aangericht hier werden berecht. ‘Dat wilde ik echt voor geen goud missen,’ zegt De Masi.

Na de slotpleidooien werden ze door Angela Pietroiusti uitgenodigd om de uitspraak van de rechter in haar werkkamer af te wachten. Ze kletsten wat en staken de ene sigaret na de andere op.

Om zeven uur die avond ging Pietroiusti’s telefoon. De vier verdachten waren veroordeeld tot in totaal vijfenveertig jaar cel voor het verhandelen en in slavernij houden van tien meisjes. De Masi moest huilen toen ze het hoorde. ‘Het voelde alsof dit niet alleen gerechtigheid was voor Susan, maar voor alle vrouwen met wie we hadden gewerkt,’ zegt ze. De Masi en Quinto kochten een fles wijn om het in de trein terug naar Rome te vieren. Toen hun trein vertrok, belden ze Susan om te vertellen dat Ivie tot zestien jaar en acht maanden was veroordeeld. ‘O Jezus!’ gilde een dolblije Susan.

De rechter veroordeelde de vrouwenhandelaar ook tot het betalen van tachtigduizend euro compensatie aan Susan en tienduizend euro voor gemaakte kosten aan Be Free. Maar dat geld zullen ze waarschijnlijk nooit zien. Mensenhandelaars sluizen hun winsten meestal door naar hun thuisland (in de afgeluisterde gesprekken had Susans madam gepocht dat ze meerdere huizen in Nigeria bezat) en houden geen bezittingen aan in Italië.

Niet iedereen die een rol in Susans uitbuiting heeft gespeeld, is door justitie vervolgd. De madam in Noord-Italië waar ze naartoe was gestuurd, is nooit gevonden, evenmin als de smokkelaars met wie ze van Nigeria naar Italië is gereisd. Justitie gaat meestal achter de madams aan, maar Quinto wijst erop dat 90 procent van hen ooit zelf onder dwang in de prostitutie is beland. De mannen die in Libië, Europa en Nigeria aan de touwtjes trekken, blijven buiten schot.

Voor Susan was de veroordeling van Ivie meer dan ze had durven hopen. Maar haar eigen situatie werd er niet gemakkelijker op. In het najaar van 2018 is met het zogeheten Salvini-decreet – vernoemd naar de radicaal-rechtse politicus die toen vicepremier was – een serie maatregelen ingevoerd die het voor slachtoffers van mensenhandel zoals Susan moeilijker maakt om hun verblijfsstatus te verlengen en een nieuw leven op te bouwen.

Vier jaar nadat ze aan haar uitbuiters wist te ontsnappen en de aangifte deed die uiteindelijk een internationaal netwerk van vrouwenhandel heeft blootgelegd, verkeert ze zelf nog steeds in onzekerheid. Ze heeft geen werkvergunning. Ze zou graag weer naar school gaan, maar ze wil bovenal werk vinden om haar familie thuis te kunnen helpen. ‘Ik wil alles doen,’ zegt ze. ‘Als ik kon kiezen, zou ik het liefst oude vrouwen helpen.’ Ze is nu in afwachting van een beslissing van de Italiaanse asielcommissie, die moet beoordelen of haar verblijfsvergunning kan worden verlengd.

De Masi staat haar bij in haar strijd om in Italië te blijven en een nieuw leven op te bouwen. Als een van de kroongetuigen in een proces over vrouwenhandel zou ze bij een terugkeer naar Nigeria veel te veel gevaar lopen. ‘We moeten eigenlijk de rode loper uitrollen voor slachtoffers van mensenhandel,’ zegt De Masi. ‘Van de immigratiedienst tot het OM, overal zou voor hen de deur wijd open moeten staan. Maar het blijft allemaal zo moeilijk.’

Recent verschenen