Página 12
| Buenos Aires | Luciana Bertoia | 12 april 2023Uitgerekend aan de vooravond van de vijfenveertigste herdenking van de ontvoering van de Dwaze Moeders heeft militair Alfredo Astiz in een brief aan de rechtbank zijn rol in de Argentijnse junta proberen te rechtvaardigen. ‘Ik ben geen crimineel en al helemaal geen genocidepleger.’
Alfredo Astiz’ verdorvenheid kent geen grenzen. Aan de vooravond van de vijfenveertigste herdenking van de ontvoeringen van de Dwaze Moeders van de Plaza de Mayo en twee Franse nonnen in de Iglesia de la Santa Cruz – ontvoeringen die door zijn infiltratie mogelijk werden gemaakt – heeft Astiz een brief gestuurd naar de federale rechtbank (die kort daarvoor het verzoek van zijn advocaten tot voorwaardelijke invrijheidstelling had afgewezen) om daarin zijn rol in de militaire dictatuur te rechtvaardigen. ‘Ik ben geen crimineel, en al helemaal geen genocidepleger’, stond er in zijn handgeschreven brief, verstuurd vanuit de Ezeiza-gevangenis, waar hij zijn straf uitzit.