Financial Times
| Londen | Leslie Hook en John Reed | 24 januari 2019Afvalcrisis
China was tot voor kort het epicentrum van de recycling, een internationale miljardenindustrie waarin tonnen afval omgaan. 270 miljoen per jaar om precies te zijn, een gewicht dat gelijkstaat aan 740 keer het Empire State Building. Maar China houdt ermee op en dwingt het Westen de afvalcrisis zelf op te lossen.
Robert Reed kijkt naar een berg afval van wel drie verdiepingen hoog en ziet ineens in zijn ooghoek een witte plastic tas. Die haalt hij eruit en houdt hem omhoog. ‘Dit is probleemplastic,’ zegt hij ernstig. ‘Dit blijft vastzitten in de machines, en er is geen markt voor.’ Hij wappert even met de tas en laat hem dan weer op de hoop fladderen. We bevinden ons in de grootste recyclingfabriek van San Francisco, waar huisvuil wordt ingezameld, gesorteerd en uiteindelijk tot keurige balen wordt samengeperst. Het knerpt onder onze schoenen terwijl Reed, die al twintig jaar meedraait in dit vak, vol trots uitlegt dat deze fabriek, die in handen is van het plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf Recology, de meest geavanceerde is in haar soort aan de hele westkust. Met behulp van lasers, magneten en luchtblazers wordt er dagelijks 750 ton verwerkt. ‘Zie je al dat papier?’ zegt Reed. Hij gebaart naar de afvalberg en wijst op een doos van Amazon. ‘Daar krijgen we er steeds meer van door alle internetbestellingen.’ Een deel van het afvalmateriaal is van waarde, zoals aluminium blikjes, staal en karton. Maar veel is waardeloos, zoals deksels van koffiebekers of traytjes van zwart plastic.