Ooit was het zuiden van Spanje – Sevilla, Cádiz – de poort naar de Nieuwe Wereld. Nu is de regio verarmd geraakt en worden de ooit zo illustere havens gebruikt om drugs te smokkelen en geld wit te wassen. En door recente economische tegenspoed krijgt narcogeld nog meer de overhand. Iemand die (vanwege corona) zijn baan is kwijtgeraakt kan met een nacht drugs uitladen zo 2000 euro verdienen.
‘Hou er maar twee voor me apart, maar goeie, je weet wel,’ zegt Isco Tejón, alias Castaña, tegen de Marokkaan met wie hij een telefoongesprek voert via een afgeluisterde lijn en die het tegen hem over vrouwen had. ‘Het punt is dat die man een parenclub heeft,’ zegt een kennis van hem vergoelijkend. Maar het is moeilijk te geloven dat de koning van de hasj, met zijn vermogen van dertig miljoen euro, niet doelde op twee van die speedboten waarmee ze tonnen drugs naar Europa smokkelen, een vloedstroom die zelfs de corona-crisis niet heeft kunnen indammen.