The Atlantic
| Boston | 24 januari 2017We stoppen onze huizen vol met slimme apparaten. Maar de gegevens die ze doorgeven, kunnen eenvoudig worden misbruikt door bedrijven en overheden. Mediafilosoof Ian Bogost maakt zich grote zorgen.
Ik maak me zorgen. Over het welzijn van mijn gezin. Over mijn huis. Mijn stomme spullen, en mijn dierbare spullen. Doet iedereen toch? ‘Geluk,’ zegt Don Draper in de pilot van Mad Men, ‘is vrij zijn van angst.’ Bedrijven verkopen remedies tegen die angsten – ook al zijn ze soms ingebeeld. Mondwater, bedacht als remedie voor de verzonnen aandoening halitose. De gympen van Nike, waarop meer wordt gesjokt dan hardgelopen. Het modernistische kastje van glas en aluminium van Apple, de droom van iedere controlfreak. Zoals mensen oorspronkelijk een mobiele telefoon kochten voor hypothetische noodgevallen, zo moeten ook slimme apparaten met een internetverbinding nu allerlei angsten bezweren. Camera’s met bewegingsdetector om boosaardige babysitters van snode plannen te weerhouden. Een videocamera in de deurbel om straatventers en inbrekers af te schrikken. Een digitale weegschaal om een ramp met je gasbarbecue te voorkomen. Sensoren die waarschuwen voor overstroming.