360 Magazine
| Amsterdam | 27 mei 2020Na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog werd de tot puin gebombardeerde stad Warschau overgenomen door bomen en planten. Deze nieuwe orde van ‘mensen, katten en grassen’ die zich weer ‘in de spleten van de stad nestelen’ geeft ‘hoop, gedreven door de oerkracht van het leven, hoop op vernieuwing en troost’ schrijft de Poolse schrijver, dichter en botanicus Urszula Zajączkowska. Aan de hand van een plantkundige en fotografen die de naoorlogse puinhopen vastlegden, reconstrueert ze uit de brokstukken het begin van een nieuwe relatie tussen mens en natuur.
Kun je de stad beschouwen als een lichaamsdeel van de natuur? Als een complex eco-systeem? Als een domein van gemêleerde krachten en wisselwerkingen, waarin onophoudelijk nieuwe lacunes en nissen van het vrije leven verdwijnen en weer tevoorschijn komen? Kun je de stad beschouwen als een levend organisme dat zich van verwondingen, vernielingen en oorlogen moet herstellen? Ja, zo kun je ook de stad beschouwen.