The New York Times
| New York | William Langewiesche | 14 oktober 2019Na twee dodelijke ongelukken met de Boeing 737 Max werd het toestel sinds maart dit jaar aan de grond gehouden. Deze maand wordt in de VS voorzichtig getest of het veilig genoeg is om het vliegtuig terug te laten keren naar het luchtruim. Maar volgens journalist William Langewiesche, die zelf jarenlang professioneel piloot was, hadden de crashes een heel andere oorzaak, die nog allerminst is opgelost. De kernwoorden in dit verhaal: vliegenierskunst, en geld.
Op 29 oktober 2018 taxiede Vlucht 610 van Lion Air met 189 mensen aan boord naar de landingsbaan op de grootste luchthaven van Jakarta voor een korte vlucht naar het eiland Bangka. Het toestel was de jongste versie van de Boeing 737, een fonkelnieuwe 737 Max die nog maar drie maanden eerder was geleverd. De gezagvoerder was een 31-jarige Indonesiër genaamd Bhavye Suneja, opgeleid op een kleine, inmiddels opgeheven vliegschool in San Carlos in Californië en in 2011 in dienst gekomen bij Lion Air. Lion Air is een agressieve prijsvechter die snel groeiende Indonesische markt voor goedkope vluchten domineert, en wereldwijd een van de grootste klanten van Boeing. Het bedrijf staat bekend om het inhuren van onervaren piloten, in de meeste gevallen afgestudeerden van de eigen opleiding, die hard moeten werken tegen een geringe vergoeding. Piloten zoals Suneja, die van buitenaf komen, hopen door het maken van veel vlieguren te kunnen doorstromen naar een betere baan. Lion Air gaf hem enige tijd in een simulator en een uniform, zette hem op de stoel van de copiloot van een 737 en bevorderde hem daarna tot gezagvoerder, veel eerder dan een conventionele maatschappij zou doen. Desondanks kon Suneja op die 29 oktober bogen op 6028 uur en 45 minuten achter de stuurknuppel, zodat hij geen beginneling kan worden genoemd. Hij zou op deze vlucht het toestel besturen.