360 Magazine
| Amsterdam | 28 oktober 2020‘Het is misschien een soort van quarantaine die ik moet ondergaan,’ schreef Vincent van Gogh vanuit het ziekenhuis aan zijn broer Theo.
Nadat Vincent van Gogh zijn oor had afgesneden – waarmee hij nog steeds wordt herinnerd bij het grote publiek – werd hij op verzoek van de buren door de politie in een ziekenhuis opgeborgen. Daar schreef hij een paar weken later, op 19 maart 1889, het volgende aan zijn broer Theo op de achterkant van een envelop, al zijn briefpapier had hij al verbruikt: ‘In ieder geval, hier zit ik dan voor lange dagen opgesloten achter slot en grendel en met bewakers in de isoleercel, zonder dat mijn verwijtbaarheid bewezen of zelfs maar aantoonbaar is.’ Hij verzekerde zijn broer: ‘Ik schrijf je in het volle bezit van mijn tegenwoordigheid van geest en niet als een gek, maar als de broer die je kent.’ Hij eindigde de brief met: ‘Het is misschien een soort van quarantaine die ik moet ondergaan.’ Een toevallige parallel met het heden.