The Baltimore Sun
| 30 november 2017Bij recente tussentijdse verkiezingen in diverse Amerikaanse staten, waaronder Virginia, herstelden de Democraten zich van de pijnlijke nederlaag tegen Trump. Toch is er geen reden tot juichen, waarschuwt The Baltimore Sun. Het ontbreekt de versplinterde partij nog steeds aan een gezamenlijk programma.
Maandenlang werd de race om het gouverneurschap in Virginia gezien als een graadmeter van het Democratische vermogen om zich te herstellen, nadat de partij in de strijd om het presidentschap in 2016 zo verbijsterend verloren had van Donald Trump. De verkiezingsresultaten op dinsdag 7 november waren zo goed als de Democraten maar hadden kunnen hopen. De polls hadden een nek-aan-nekrace voorspeld, maar de Democratische kandidaat, Ralph Northam, versloeg de Republikein Ed Gillespie ruim, met negen punten, en de Democraten haalden veertien zetels binnen in het Huis van Afgevaardigden van de staat. De Democraten domineerden niet alleen in Virginia. Ze wonnen het gouverneurschap van New Jersey, zetels in de wetgevende macht in Georgia en een Senaatszetel in de staat Washington die hun de totale controle geeft over de gouverneursposten en de wetgevende instellingen langs de westkust. Kiezers in Maine besloten in grote meerderheid Medicaid uit te breiden in het kader van de Affordable Care Act, en een vooraanstaande sociaal-conservatief in het Huis van Afgevaardigden in Virginia verloor van een politieke nieuwkomer die toevallig een transgendervrouw is. Exitpolls en opkomstcijfers wezen op een anti-Trump-golf, waardoor de traditionele zwakte van de Democraten tijdens verkiezingen die niet om het presidentschap gaan, meer dan teniet werd gedaan. Analisten suggereren nu dat de partij, na de tussentijdse verkiezingen die volgend jaar plaatsvinden, een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden zou kunnen hebben.