Financial Times
| Londen | Richard Fairman | 27 mei 2020Het beeld van de grootse componist als dat van een door doofheid gekweld en altijd fronsend genie, is een beetje overdreven.
In de vroege avond van 7 mei 1824 ging Beethoven naar het Weense Theater am Kärntnertor om de musici succes te wensen met de première van wat zijn beroemdste compositie zou worden: de Negende Symfonie, met zijn toonzetting van Schillers An die Freude. Het voorval tijdens die première dat nog steeds tot onze verbeelding spreekt, is ons overgeleverd door de Engelse muziekcriticus George Grove. Ettelijke decennia na dato beschreef hij wat de zangeres Caroline Unger hem over die première had verteld: ‘Na afloop van het stuk stond Beethoven nog met zijn rug naar het publiek de maat te slaan, tot zij hem omdraaide of aanspoorde zich om te draaien en hij zag dat het publiek enthousiast aan het applaudisseren was.’