The Economist
| Londen | 21 augustus 2019De energie-industrie zet zich schrap voor een roerige toekomst, behalve Zuid-Amerikaanse staatsoliebedrijven, die blijven in het verleden hangen.
Olie, hoor je vaak, kan een land zowel rijkdom als narigheid brengen. In Venezuela, volgens sommige maatstaven het land met de grootste oliereserves, is het al een tijdlang vooral narigheid. Petróleos de Venezuela (PDVSA) zag zijn productie pieken in 1998, toen Hugo Chávez tot president werd gekozen. In de jaren die volgden joegen de linkse volkstribuun en zijn autoritaire opvolger Nicolás Maduro de internationale partners tegen zich in het harnas en plunderden de kas.