Süddeutsche Zeitung
| München | Hilmar Klute | 30 september 2020We houden ons in het dagelijks leven aan allerlei regels, maar de kans op een overtreding met een geldboete en zelfs een strafblad was niet eerder zo groot als nu. Het veroorzaakt een hoop spanning en verontwaardiging.
Op 5 mei 1967, aan de vooravond van de studentenopstanden, hield schrijver Peter Schneider een toespraak, die later als de Rasenrede (‘gazontoespraak’) de ‘moderne cultuurgeschiedenis van de woede’ zou ingaan. Hij riep op tot het doelbewust overtreden van de regels om zo in zekere zin een doorbraak naar de waarheid te weeg te brengen. Want we weten, zei Schneider destijds tijdens een algemene bijeenkomst van alle faculteiten van de Vrije Universiteit Berlijn, dat de gruweldaden van de Vietnamoorlog het Duitse klootjesvolk volkomen koud laten, terwijl ‘wij alleen maar een voet op een gazon hoeven te zetten waar dat niet is toegestaan, om een oprecht, algemeen en aanhoudend gevoel van afgrijzen te veroorzaken’. De volgende dag kon je overal op de campus van de Vrije Universiteit studenten trillend van hun eigen stoutmoedigheid over het gazon zien slenteren.