El País
| Madrid | Naiara Galarraga Gortázar | 04 augustus 2021In het hart van Brazilië, ooit de zuidelijke flank van het Amazoneregenwoud, liggen kilometers plantages, die veevoer produceren voor de wereldwijde vleesindustrie. Het is de enige economische sector in Brazilië die gedurende de coronapandemie is gegroeid. Het regenwoud wordt er echter almaar kleiner door.
Keuze uit het archief
Deze week vond in Belém in Brazilië de Amazonetop plaats, een bijeenkomst van landen uit de Amazoneregio. Op deze top vroeg de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva aandacht voor de ontbossing van het Amazoneregenwoud. Daarbij richtte de linkse leider zich vooral tot de rijke landen, die hij ertoe opriep hun steentje bij te dragen om het regenwoud te beschermen. ‘Het zijn niet Brazilië, Colombia of Venezuela die geld nodig hebben, het is de natuur aan wie de rijke landen moeten betalen om te herstellen wat ze in tweehonderd jaar van industriële ontwikkeling hebben vernietigd,’ aldus Lula. Dit artikel uit El País legt de oorzaak bloot van de massale ontbossing in de Amazone: intensieve veeteelt. Al die dieren moeten gevoed worden en als er niet genoeg land is om te begrazen of als de dieren vooral binnen staan, wordt er bijgevoerd met soja, dat in het bijzonder uit het Amazonegebied afkomstig is. Daar wordt kostbaar regenwoud gekapt voor illegale sojaplantages met ernstige gevolgen voor de natuur en de inheemse bevolking.