| Tamara Herrera | 24 januari 2019
Nog niet zo lang geleden was Venezuela een florerende oliestaat waar het geld niet op kon. Nu wordt het land geteisterd door armoede en verval, met dank aan oud-president Hugo Chávez en zijn economische wanbeleid.
Toen president Chávez in december 1998 voor het eerst werd gekozen, erfde hij een onrustige economie. Het aarzelende herstel, twee jaar daarvoor ingezet dankzij een deels door het IMF gefinancierd saneringsplan, werd verstoord door een keldering van de olieprijs op de wereldmarkt. In 1998 daalde de olieprijs met 35 procent, het laagste niveau in 25 jaar en tevens het laagste tot nog toe.