Interview Magazine
| New York | 27 augustus 2014Vanaf september vertonen de Nederlandse bioscopen The Trip to Italy, het vervolg op de culinaire roadmovie The Trip (2011). Hierin spelen de Britse topkomieken Steve Coogan en Rob Brydon wederom op briljante wijze zichzelf. Een mooie aanleiding voor regisseur Alfonso Cuarón om met zijn vriend Coogan van gedachten te wisselen over acteren, ouder worden en je eigen weg kiezen.
Steve Coogan bedenkt en speelt typetjes die zo geestig zijn dat je als kijker op listige wijze wordt geconfronteerd met de subtiele, indringende en soms pijnlijke waarheden die hij erin heeft verpakt. En hoe kolderieker die typetjes zijn, des te harder de boodschap vaak aankomt. Een voorbeeldje: de innemende hork Alan Partridge – die al twintig jaar triomfen viert op de radio, de tv en het witte doek – is een radiopresentator zonder een greintje zelfinzicht, en een enorme etterbak. Maar Coogan maakt hem zo aandoenlijk dat je bijna jezelf in herkent in zijn strapatsen, of anders wel iemand die zo dicht bij je staat dat je vanzelf in de lach schiet. Partridge confronteert je met je eigen ijdelheid, ambitie en eigendunk, en intussen vermaak je je kostelijk.