The Economist
| Londen | Tom Gardner | 28 juli 2022Tom Gardner, correspondent in Ethiopië voor The Economist, werd tegen wil en dank oorlogscorrespondent. Tot hij na een schimmige, tegen hem gerichte onlinehaatcampagne het land moest verlaten.
Afgelopen juli reisde ik naar Amhara in de hoop soldaten te interviewen die gewond waren geraakt in Ethiopiës strijd tegen de rebellen van Tigray. Ik werd vergezeld door een jonge Ethiopische journalist, die tevens fungeerde als tolk. Voor een ziekenhuis werden we aangehouden door een groep federale politieagenten, die ons vervolgens in een jeep met een open dak gooiden. Terwijl wij op onze hurken in het voertuig zaten dat zich een weg baande naar een politiebureau, werden we omringd door vier of vijf agenten. Aan beide kanten van de straat stonden omstanders te joelen. De man die de auto achter ons bestuurde, staarde naar me en maakte een gebaar dat hij mijn keel zou doorsnijden. De politie begon ons te slaan, en de mond van mijn Ethiopische collega liep vol bloed van de klappen. Ik werd minstens twee keer met een geweerkolf op mijn hoofd geslagen. Ik smeekte de agenten met gebaren om te stoppen; ze lachten. Dat was een keerpunt voor mij. Het toch al autoritaire regime werd in deze burgeroorlog alleen nog maar bruter. Iedereen kon de vijand worden. Ook ik.