São Paulo stond altijd bekend als een autobolwerk. Maar in de afgelopen drie jaar heeft de progressieve burgemeester Fernando Haddad de metropool omgeturnd tot een slimme stad met ruimte voor fietsers en openbaar vervoer.
‘Hé communist, rot op naar Cuba!’ klinkt het vanuit een SUV die langzaam langs een fietspad rijdt. Een hand verschijnt door het raampje en smijt een waterfles naar de man van middelbare leeftijd en zijn partner die daar fietsen. Terwijl de twee geschrokken hun evenwicht proberen te hervinden, krijgen ze nog meer scheldwoorden naar hun hoofd, voordat de auto weer met een noodgang verdwijnt. ‘Playboys,’ mompelt de man, terwijl hij zijn weg vervolgt door de weelderig groene wijk van São Paulo, de Braziliaanse megalopool van negentien miljoen inwoners. ‘Fietsen in deze stad brengt nu een nieuw gevaar met zich mee: de woede van automobilisten,’ zegt Ricardo Nunes (46), een consultant die altijd op de fiets naar zijn werk gaat. ‘Maar daar laat ik me niet door afschrikken. Fietsen verbetert onze kwaliteit van leven. De wegen zijn niet alleen van de auto’s.’