The Nation
| New York | William Deresiewicz | 24 juni 2020Tijdens de lockdown is ‘de belangrijkste basis van een groot deel van de hedendaagse culturele sector verwoest, namelijk live, persoonlijk contact’, schrijft essayist William Deresiewicz. En het verdienmodel van de kunstensector was al geen vetpot.
Om te begrijpen wat de impact van de pandemie is voor kunstenaars en de kunst, moeten we eerst inzien dat deze nieuwe crisis een culturele sector heeft getroffen die al ernstig verzwakt was door twintig jaar aanvallen uit digitale hoek. Die aanvallen hebben in feite de vorm aangenomen van demonetisering: het geld is uit de kunst gehaald. Voor alle vormen van content die via internet kan worden verspreid – muziek, tekst, stilstaande beelden, video – zijn de prijzen sterk gedaald, vaak tot het nulpunt. In veel culturele sectoren zijn de belangrijkste inkomstenbronnen afgebrokkeld: bij musici de verkoop van opgenomen muziek, bij schrijvers de freelancehonoraria en boekvoorschotten, bij kranten en tijdschriften de advertentie-inkomsten, bij de filmindustrie de kaartverkoop en de verkoop en verhuur van dvd’s.