| Judith Blage | 01 november 2018
Katten verminken zichzelf, zeeotters hebben puberteitscrises en een op de twee honden krijgt na het tiende levensjaar een vorm van kanker. Dat er parallellen tussen mensen en dieren bestaan, is geen nieuws. Vreemd genoeg is er maar weinig kruisbestuiving tussen artsen en dierenartsen. Daar moet verandering in komen, zeggen onderzoekers.
Popeye heeft duidelijk een probleem. Zodra de blonde adonis wordt losgelaten, dartelt hij de hele behandelkamer door om te laten zien hoe blij hij is. Maar algauw stopt de jonge labrador om zijn snuit tegen de grond te duwen. Als een borstel in een autowasstraat draait hij zijn dikke kop in het rond. Zijn vrouwtje heeft met hem te doen: ‘Hij zit zich alsmaar als een gek te krabben.’